De totale kosten van een elektrische auto zijn het afgelopen jaar fors gestegen. Dat komt o.a. door hogere energiekosten en hogere verzekeringspremies. Daardoor heeft de consument minder voordeel van elektrisch rijden. De gemiddelde aanschafprijs van een nieuwe elektrische auto steeg bovendien naar ruim 45.000 euro. Tegelijkertijd is de prijs die de consument wil betalen voor een nieuwe elektrische auto afgenomen naar 29.000 euro. Dat leidt tot een prijsbarrière van bijna 17 duizend euro.
Een kwart van de Nederlanders is van plan om binnen vijf jaar een elektrische auto aan te schaffen. Onder Nederlanders met een eigen parkeerplek en zonnepanelen ligt dit percentage echter fors hoger (43%). Zij kunnen hun auto voordelig thuis opladen en zijn minder afhankelijk van openbare laadfaciliteiten. Daar komen er in Nederland steeds meer van, het aantal snellaadlocaties nam toe van 614 in 2021 naar 972 in 2022.
Om de klimaatdoelen te halen moet elektrisch rijden voor meer Nederlanders binnen bereik komen. Betaalbaarheid is daarbij cruciaal. Op dit moment heeft de consument met slechts 10 modellen in de prijsklassen tot 35.000 euro weinig te kiezen. Het aanbod van betaalbare modellen moet daarom worden uitgebreid. Ook blijft een aanschafsubsidie nodig om elektrisch rijden aan te jagen. In 2022 bedroeg deze subsidie nog circa 3.500 euro maar met ingang van dit jaar is dit bedrag verlaagd naar 2.900 euro.
Dit jaar is de monitor uitgevoerd in 10 Europese landen. Nederland en Denemarken zijn koplopers als het gaat om elektrisch rijden. Het aantal elektrische voertuigen beslaat hier respectievelijk 3,7 en 4 procent van het totale wagenpark. Nederland heeft daarnaast het hoogste aantal openbare laadpunten. In andere landen laat de laadinfra nog vaak te wensen over.