In 2023 verwijderden de 313 Nederlandse rioolwaterzuiveringsinstallaties 98 procent van de biologisch afbreekbare verontreinigingen, zoals uitwerpselen en urine uit huishoudelijk afvalwater.
Daarnaast werd bijna 84 procent van de stikstofverbindingen uit het afvalwater gehaald; een jaar eerder was dat 86 procent. De hoeveelheid stikstof die toch in het water achterbleef (ook wel restlozing genoemd) was 15,2 miljoen kilogram, 17 procent meer dan in 2022. Fosforverbindingen werden voor 86 procent verwijderd, tegen 88 procent een jaar eerder. De restlozing van fosfor was daardoor 10 procent hoger en bedroeg bijna 1,8 miljoen kilogram.
De slechtere zuiveringsprestaties voor fosfor en stikstof werden veroorzaakt door de extreem hoge aanvoer van rioolwater. Door de hoge aanvoer daalt de concentratie stoffen in het rioolwater en stroomt het water sneller door de rioolwaterzuivering, daardoor kost het meer moeite deze stoffen uit het rioolwater te halen.