Dominant, controlerend en gewelddadig
De verdachte en het slachtoffer van mensenhandel en mishandeling hadden vanaf 2003 een relatie. Aanvankelijk was dit een liefdevolle relatie. Na enige tijd veranderde de houding van de verdachte en werd zij dominant, controlerend en gewelddadig, zo blijkt uit het dossier met daarin onder andere de aangifte van het slachtoffer en getuigenverklaringen. De verdachte dwong het slachtoffer om afstand te nemen van familie en bekenden, waardoor zij geïsoleerd raakte en afhankelijker werd van de verdachte. Het slachtoffer had geen enkele zeggenschap meer over haar leven en werd behandeld als huisslaaf. Daarbij werd zij op grove wijze vernederd, bedreigd en mishandeld. Als een taak niet goed was verricht, moest het slachtoffer lijfstraffen ondergaan. Zij werd afgeranseld met een ijzeren ketting, een riem met gesp of een bezemsteel en werd met een mes gestoken. De GGD-arts trof verschillende littekens aan op het lichaam van het slachtoffer die kunnen passen bij deze mishandelingen. Ook gebruikte de verdachte het geld van het slachtoffer, die helemaal niets voor zichzelf mocht kopen zonder toestemming van de verdachte. Deze situatie heeft ongeveer 17 jaar geduurd.
Soortgelijke situatie
Nadat de verdachte een relatie was aangegaan met dit slachtoffer heeft de verdachte het andere slachtoffer, haar echtgenote met wie zij toen nog samenwoonde, gedwongen de echtelijke woning te verlaten en te gaan wonen in de woning van de nieuwe partner. De verdachte had zeggenschap over de financiën van haar echtgenote, waarbij zij moest rondkomen van een door de verdachte vastgesteld bedrag aan leefgeld. Daarnaast heeft de verdachte haar echtgenote naar de woning van de verdachte laten komen. Eenmaal daar aangekomen werd de echtgenote in de woning opgesloten, werden haar spullen afgenomen en werd zij gedwongen zich ziek te melden op haar werk. Dit slachtoffer kwam op dat moment terecht in een soortgelijke situatie als waarin het andere slachtoffer vele jaren had geleefd.
Grote impact
Uit de slachtofferverklaringen blijkt welke grote impact de gebeurtenissen op beide slachtoffers heeft gehad. Voor allebei geldt dat sprake is geweest van traumatische ervaringen en beide vrouwen leven nog dagelijks met angst, herbelevingen en de psychische en lichamelijke gevolgen van wat hen is overkomen. De rechtbank acht de bewezen verklaarde feiten zeer ernstig en rekent deze de verdachte zwaar aan.
Gevangenisstraf en tbs
Uit het rapport van deskundigen blijkt dat de verdachte een persoonlijkheidsstoornis heeft. De deskundigen schatten in dat de kans op herhaling groot is als de verdachte niet wordt behandeld en adviseren om tbs met dwangverpleging op te leggen. De rechtbank neemt dit advies over en legt de verdachte een gevangenisstraf van 6 jaar en tbs met dwangverpleging op. De officier van justitie eiste een celstraf van 10 jaar en tbs met dwangverpleging. De rechtbank is van oordeel dat niet heel lang moet worden gewacht met het maken van een begin van de tbs-behandeling. Bovendien acht de rechtbank, anders dan de officier van justitie, de ten laste gelegde poging tot doodslag niet bewezen. Daarom legt de rechtbank een minder lange gevangenisstraf op dan door de officier van justitie is geëist.
Daarnaast moet de verdachte aan beide slachtoffers een schadevergoeding betalen. In het geval van het slachtoffer van de mensenhandel en mishandeling bedraagt die schadevergoeding ruim €265.000,-. Het merendeel van dit bedrag bestaat uit afgepakt inkomen waar het slachtoffer niet over kon beschikken in de periode dat de verdachte de controle over haar had.