Op 23 september afgelopen jaar werd in een druk eethuis aan de Mathenesserweg in Rotterdam het vuur geopend op een bezoeker. De man, de Amsterdammer Hamdi Bilir, overleed ter plekke. De politie startte meteen een grootschalig rechercheonderzoek.
Identiteit verdachten
Gedurende het onderzoek zijn verschillende opsporingsmiddelen ingezet om de vermoedelijke schutter op te sporen. De inzet van deze middelen heeft tot nu toe echter niet geleid tot het achterhalen van de verblijfplaats van de verdachten.
De hoogste instantie van het Openbaar Ministerie, het College van Procureurs-Generaal, heeft nu toestemming gegeven om de identiteit van de verdachten bekend te maken. De ernst van het misdrijf, het recidivegevaar en het feit dat alle aanknopingspunten in het opsporingsonderzoek uitgelopen zijn, rechtvaardigen dit besluit.
Aan mensen in de omgeving van de verdachten is meerdere malen verzocht de verblijfplaats kenbaar te maken en de verdachten, hebben de kans gehad zichzelf aan te geven. Hier is geen gehoor aan gegeven.
Omdat er sprake is van ernstig vuurwapengeweld wordt een ieder uitdrukkelijk verzocht niet zelf over te gaan tot enige actie, maar gelijk de politie te bellen. De politie benadrukt dat mensen die onderdak verschaffen aan een voortvluchtige zich schuldig maken aan een strafbaar feit.