Tegenwoordig zijn er ook andere manieren om gezond te eten. Consumenten vinden de CO2-footprint en het dierenwelzijn belangrijk en kiezen daarom bewust voor geen of minder vlees en meer vis, groenten of andere voedzame producten. Ook kijkt de consument kritischer naar de ingrediënten van vleesvervangers, de bewerkingen en toevoegingen. Is dat echt wel zo gezond? Daar komen steeds meer vragen over.
Eerder ING-onderzoek laat zien dat de groei van plantaardige vervangers voor vlees en zuivel langzaam plaatsvindt. Het tempo hangt af van de manier waarop producenten van vleesvervangers omgaan met de toenemende kritiek op ‘superbewerkte’ voeding. Door het aantal bewerkingen te verminderen en minder e-nummers te gebruiken. Ook supermarkten spelen hierin een belangrijke rol met bijvoorbeeld een behapbaar, dus minder breed aanbod. Ook kunnen zij het prijsverschil verkleinen en vleesvervangers náást het vlees leggen, zodat de consument gemakkelijker kan kiezen.