Volgens het OM ligt er in het omvangrijke strafdossier voldoende bewijs dat Holleeder, al dan niet samen met anderen, opdrachtgever is tot de moord op Cor van Hout (2003), Willem Endstra (2004), John Mieremet (2005), Cees Houtman (2005) en Thomas van der Bijl (2006). Bij de moord op Van Hout werd ook een man met wie hij een afspraak had gedood. Ook werd bij de moord op Endstra een zakenpartner ernstig verwond. Het OM acht Holleeder daarvoor eveneens verantwoordelijk.
Levenslang in eerste aanleg
De rechtbank in Amsterdam heeft Holleeder op 4 juli 2019 veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf. Tegen dat vonnis ging hij in hoger beroep, omdat hij zegt onschuldig te zijn. De verdediging heeft de rechtbank het verwijt gemaakt dat zij al tijdens het proces min of meer overtuigd was van de schuld van verdachte. Ook stelt de verdediging dat het OM en de rechtbank niet goed hebben gekeken naar andere scenario’s. Daaruit zou volgens Holleeder blijken dat niet hij schuldig is aan het opdracht geven tot de moorden, maar dat anderen deze misdrijven hebben uitgelokt.
Waardering bewijs
Ook in hoger beroep gaat het met name over de waardering van het aanwezige bewijs. De aanklacht en het vonnis van de rechtbank steunen immers vooral op verklaringen van getuigen; er is geen technisch bewijs zoals DNA.
Tijdens de behandeling in hoger beroep, die ruim veertig zittingsdagen heeft geduurd, zijn 27 getuigen gehoord. Ook is weer gebruik gemaakt van de verklaringen van de zussen van Holleeder en door hen opgenomen gesprekken met Holleeder. Eveneens ontleent het OM bewijs aan zijn ex-vriendin, twee kroongetuigen, twee anonieme bedreigde getuigen en de gesprekken van Endstra met de Criminele Inlichtingen Eenheid van de Amsterdamse politie.
Het OM heeft in het twee dagen durende requisitoir uitvoerig toegelicht waarom het Hof aan die verklaringen en gesprekken geloof kan hechten.
Aanpassen, draaien en zwijgen
Het OM vindt dat de tegen Holleeder ingebrachte verklaringen geloofwaardig zijn, elkaar versterken en steun vinden in ander bewijsmateriaal. Die verklaringen sluiten andere scenario’s uit. Niet aannemelijk is dat de belastende getuigen een belang hadden om te liegen.Daartegenover staat de vraag in hoeverre de verklaringen van Holleeder geloofd kunnen worden. De AG’s hebben toegelicht dat hij zijn verklaringen soms naar believen heeft aangepast aan nieuwe bevindingen. Ook geven zij aan het opmerkelijk te vinden hoe hij in zijn verhaal draaide als dat hem beter uitkwam. Daarnaast heeft Holleeder zich op niet onbelangrijke punten op zijn zwijgrecht beroepen. Volgens het OM zijn de verklaringen die hij heeft afgelegd daardoor niet geloofwaardig en oncontroleerbaar.
Het OM ziet in Holleeder een meesterintrigant, die alleen maar aan zichzelf denkt. “Zijn motieven lagen zonder twijfel in de sfeer van machtswellust, afgunst en geldbejag”, zeggen de aanklagers in hun requisitoir.
Geen vooringenomenheid
Het OM is, anders dan de verdediging, van mening dat de rechtbank zeker niet vooringenomen was. In een analyse van het vonnis stellen de AG’s dat de rechtbank voldoende oog heeft gehad voor de standpunten en verweren van de verdediging, maar gemotiveerd tot een andere afweging is gekomen.
Meesterintrigant en eigen rechter
Het OM ziet in Holleeder een meesterintrigant, die alleen maar aan zichzelf denkt. “Zijn motieven lagen zonder twijfel in de sfeer van machtswellust, afgunst en geldbejag”, zeggen de aanklagers in hun requisitoir.
Volgens de AG’s heeft geen mens het recht om naar eigen believen te beschikken over het leven van een ander, ook niet in het criminele milieu. “Toch is dat wat Holleeder met zijn mededaders heeft gedaan. Hij heeft voor eigen rechter gespeeld.”, aldus de AG’s.
Ook al waren er vermoedens - of is zelfs ooit vastgesteld - dat sommige slachtoffers in het begin van deze eeuw een rol hebben gespeeld in een sinister spel om geld, aanzien en macht in de Amsterdamse onderwereld, zij verdienden het niet om te worden vermoord. “Door hen uit de weg te laten ruimen heeft verdachte zeer veel, zeer omvangrijke en onherstelbare schade aangericht.”
Levenslang
Met de rechtbank vinden de AG’s dat slechts een levenslange gevangenisstraf op zijn plaats is. “Verdachte heeft meermalen onherstelbaar leed toegebracht, daar moet passend en evenredig op worden gereageerd.”
Daarnaast moet de op te leggen straf anderen afschrikken: “Wie een moord begaat wordt bestraft met een zeer langdurige vrijheidsstraf. Wie zich schuldig maakt aan meerdere moorden, plaatst zichzelf buiten de samenleving.”
Op 2 en 3 december houden de advocaten hun pleidooi. In januari volgt nog een laatste reactie over en weer, plus het laatste woord van de verdachte. Het gerechtshof doet op 24 juni 2022 uitspraak in deze zaak.