Ongeveer 28 procent van de ondervraagde ondernemers geeft aan dat hybride werken (deels thuis, deels op kantoor werken) geen optie is door de aard van de werkzaamheden. Binnen het mkb (5 tot 250 werkzame personen) ligt dit percentage hoger dan binnen het grootbedrijf (250 of meer werkzame personen), ruim 30 procent tegenover ongeveer 12 procent.
Van de ondernemers bij wie hybride werken wel mogelijk is verwacht bijna 66 procent dat het een onderdeel blijft van het werk binnen hun bedrijf. Voor het grootbedrijf geeft bijna drie kwart dit aan, binnen het mkb ruim 60 procent. Het merendeel van de ondernemers die hybride werken als blijvend zien, zal dit structureel stimuleren. Binnen het grootbedrijf gaan of blijven ondernemers dit vaker stimuleren dan binnen het mkb. Ongeveer 15 procent van de ondernemers die de keus hebben verwacht dat het hybride werken tijdelijk is, bijna 20 procent kan nog geen verwachting uitspreken. Er zijn relatief meer ondernemers binnen het mkb die verwachten dat hybride werken tijdelijk is.
Hybride werken het meest binnen informatie en communicatie
De mate waarin gemengd uit en thuis werken past bij de werkzaamheden verschilt sterk per bedrijfstak. In de horeca geven ondernemers met 62 procent het vaakst aan dat hybride werken geen optie is. Bij informatie en communicatie speelt dit het minst, dit is ook de bedrijfstak waar ondernemers hybride werken het vaakst als blijvend zien. Ook binnen verhuur en handel van onroerend goed en de specialistische zakelijke dienstverlening, waar onder andere reclamebureaus en administratiekantoren onder vallen, zien veel ondernemers hybride werken als blijvend. Voor horecaondernemers is dit percentage, door de aard van de werkzaamheden, veruit het laagst.