Begin deze maand was de primeur voor de orthopeden van het St. Antonius. Voor de allereerste keer plaatsten ze een prothese met behulp van de robotarm. Hij wordt ingezet bij het plaatsen van totale knieprotheses – het volledige kniegewricht wordt dan vervangen door een kunstknie – en bij halve knieprotheses, waarbij slechts één kant van de knie vervangen wordt. Vanaf volgende maand gaan de orthopeden de robot ook gebruiken bij het plaatsen van heupprotheses.
Zorg op maat
“Het grote voordeel van opereren met de robotarm is dat je er nóg nauwkeuriger mee kunt werken”, zegt Diyar Delawi, orthopedisch chirurg (orthopeed), in het St. Antonius. “De robotarm helpt om het implantaat op de graden nauwkeurig op de juiste plek te plaatsen.” En wat die ‘juiste plek’ is, is voor iedere patiënt anders. “Ieder lichaam is uniek en iedereen zit anders in elkaar. Zorg op maat dus.” Met als gevolg een kleinere kans op complicaties, minder pijn en een sneller herstel na de operatie.
De meest voorkomende aanleiding voor een knieprothese is artrose, waarbij het gewrichtskraakbeen beschadigd of weggesleten is. Dat was ook het geval bij Jan Griffioen. Hij was de eerste patiënt die geopereerd werd met de robotarm en een prothese kreeg. “We maakten als eerste een CT-scan”, blikt orthopedisch chirurg Martijn van Dijk terug op de operatie. “Op basis van deze CT-scan ging ik met de robot aan de slag. De Mako gaf tijdens de operatie een live driedimensionaal beeld, wat de knie nog preciezer in beeld bracht.”
Geen pijn
Meneer Griffioen kijkt tevreden terug op zijn operatie. “Tijdens de ingreep zelf heb ik er natuurlijk niets van gemerkt dat ik met de robot werd geopereerd, maar toen ik wakker werd voelde het gelijk goed aan. Ik heb helemaal geen pijn gehad en een paar uur na de operatie stapte ik alweer met mijn nieuwe knie het ziekenhuis door.”
De robot voert de operatie niet zelfstandig uit. De orthopedisch chirurgen sturen de robot aan, waardoor aangetast bot en kraakbeen heel precies verwijderd wordt en plaatsen vervolgens een implantaat. “Wij bepalen hoe de robot werkt”, aldus Van Dijk. “Je kunt het een beetje vergelijken met het landen van een vliegtuig. Dat lijkt automatisch te gaan, maar de piloten sturen het vliegtuig wel aan. De Mako heeft ons werk nóg interessanter en innovatiever gemaakt. En dat past helemaal bij het innovatieve karakter van het St. Antonius. Maar wat vooral zo fijn is, is dat onze patiënten weer sneller én pijnvrij ter been zijn. Dat is waar we het voor doen!”