Sinds week 39 van 2020 was de wekelijkse sterfte hoger dan verwacht. De schatting van de sterfte in week 6 zit net onder de verwachte sterfte voor deze periode. Dit betekent niet dat er geen mensen meer overlijden aan COVID-19. Het RIVM registreerde 293 overleden COVID-19-patiënten in week 6 (stand 16 februari).
Sterfte bij Wlz-zorggebruikers neemt verder af
De sterfte bij mensen die zorg ontvingen in het kader van de Wet langdurige zorg is verder afgenomen in week 6. De schatting van de sterfte zit net onder de verwachte sterfte in deze periode. De sterfte onder de overige bevolking nam ook verder af. Er overleden bijna 1 300 Wlz-zorggebruikers, zoals bewoners van verpleeghuizen en gehandicaptenzorginstellingen. In de overige bevolking overleden 2 100 mensen.
Verdere afname sterfte bij 80-plussers
In week 6 overleden vooral minder 80-plussers dan in de weken ervoor. De sterfte in deze leeftijdsgroep is naar schatting lager dan wat je zou verwachten voor deze periode. Onder mensen jonger dan 80 jaar bleef de sterfte in week 6 ongeveer gelijk. Er overleden naar schatting 1 950 mensen van 80 jaar of ouder, bijna 1 100 mensen van 65 tot 80 jaar en ruim 350 mensen jonger dan 65 jaar.
Sterfte aan COVID-19 tot en met oktober bekend
De cijfers over de (over)sterfte zijn gebaseerd op de dagelijkse berichten over het aantal overledenen die het CBS dagelijks ontvangt. Deze berichten bevatten geen informatie over de doodsoorzaak. Deze informatie ontvangt het CBS later via een doodsoorzakenverklaring. Voor alle overledenen tot en met oktober 2020 is de doodsoorzaak bekend. Volgens deze cijfers overleden bijna 13 duizend mensen aan COVID-19 van maart tot en met oktober 2020, zoals het CBS op 5 februari publiceerde. De oversterfte in de eerste coronagolf en de eerste zes weken van de tweede golf wordt volledig veroorzaakt door sterfte aan het nieuwe coronavirus.