Hij wil dat er een onderzoek komt naar mogelijke politieke bemoeienis met het besluit om de PVV-leider te vervolgen. Het gaat om het proces dat tegen Wilders gevoerd wordt vanwege zijn 'minder-Marokkanen'-uitspraak.
Vervolging onderwerp van gesprek
De antwoorden die Wilders van minister Grapperhaus heeft gekregen op zijn vragen, zijn aanleiding voor Wilders om om dit onderzoek te vragen. Grapperhaus gaf in zijn antwoorden aan dat het voornemen om Wilders te vervolgen inderdaad onderwerp van gesprek was geweest tussen het ministerie van Justitie en het Openbaar Ministerie (OM). Dat was tot nu toe altijd ontkend. Dit schrijft RTL Nieuws dinsdag.
In de antwoorden van Grapperhaus staat dat het voornemen van het OM om Wilders te vervolgen onderwerp van gesprek was tussen Opstelten en de voorzitter van het college van procureurs-generaal, Herman Bolhaar, op 25 september 2014. De stukken die daar verder mee te maken hebben, worden nog steeds geheimgehouden door het ministerie.
Vorig jaar maakte RTL NIeuws al bekend dat Opstelten gesprekken had gevoerd met de top van het OM over een proces tegen Wilders. In die gesprekken zou Opstelten hebben gezegd dat hij een voorstander was van het vervolgen van Wilders.
Ondemocratisch
De zaak ligt heel gevoelig. Als het klopt dat Opstelten zich heeft bemoeid met de vervolging van Wilders dan heeft hij zeer ondemocratisch gehandeld. Een belangrijke basis voor de Nederlandse democratie is de scheiding der machten en dat houdt onder meer in dat een minister zich niet heeft te bemoeien met de strafvervolging van een volksvertegenwoordiger.