Dat kan gelden voor reizigers die met een kortingsabonnement in de trein zitten; zij betalen soms meer dan de ritprijs zonder kortingsabonnement. Ook als de poortjes op een station (om veiligheidsredenen) gesloten zijn, zoals op Amsterdam Sloterdijk, kan het voorkomen dat reizigers moeten uit- en inchecken om over te kunnen stappen. Er wordt dan extra geld afgeschreven van het saldo op hun OV-chipkaart.
Het OV loket waarschuwt hiervoor in zijn nieuwste kwartaalrapportage (over januari tot en met maart 2018). De kern van het probleem is volgens de ombudsman dat de systemen die gebruikt worden niet in staat zijn om per reiziger vast te stellen wat voor hem of haar het meest gunstige tarief is. Dat reizigers met een kortingsabonnement teveel betalen, doet zich vooral voor als ze deels in en deels buiten de spits reizen en ook nog eens met meer dan één vervoerder (bijvoorbeeld NS en Connexxion). In de prijs van de reis wordt in dat geval een extra instaptarief verwerkt, terwijl een bepaalde (lange afstands-)korting deels verloren gaat.
Het OV loket vermoedt dat aanzienlijke aantallen reizigers op deze manier meer betalen dan nodig is en zelfs meer dan wie zonder kortingsabonnement reist. De ombudsman noemt dit “onredelijk” en “onaanvaardbaar” en vindt dat systemen geen excuus mogen zijn voor onredelijke uitkomsten. De ombudsman noemt het verder “vreemd” dat reizigers met een los kaartje (bedoeld voor wie incidenteel gebruik maakt van het openbaar vervoer) in enkele gevallen voordeliger uit zijn dan “vaste klanten” met een OV-chipkaart.
OV-bedrijven laten het in vrijwel alle gevallen aan de reiziger over om te bepalen welke betalingsvorm het voordeligste is. Dit is echter vaak heel lastig na te gaan. De ombudsman vindt dat te gemakkelijk: “Reizigers realiseren zich vaak niet dat zij meer betalen dan nodig is en vervoerbedrijven doen te weinig om klanten het voordeligste tarief te laten betalen. Het is hoog tijd voor een systeem van ‘best pricing’, waarbij de reizigers altijd het voordeligste tarief betalen voor hun reis. Hier ligt een belangrijke verantwoordelijkheid bij OV-bedrijven.” En zolang een dergelijk systeem er niet is, pleit het OV loket voor betere informatievoorziening en goede regelingen om het eventueel teveel betaalde terug te krijgen.
In de kwartaalrapportage vraagt de ombudsman verder aandacht voor plotselinge, sterke prijsstijgingen voor individuele reizigers. Deze kunnen het gevolg zijn van veranderingen in abonnementssystemen, die gunstig uitpakken voor bepaalde groepen, maar soms zeer ongunstig voor andere. Het OV loket wijst erop dat openbaar vervoer voor bepaalde groepen (studenten, forensen) een kostenpost is die ze niet of nauwelijks kunnen beïnvloeden. Hier ligt volgens de ombudsman een taak voor de overheid: “Ons advies: spreek een maximale tariefstijging voor reizigers af als vervoerders en concessieverleners nieuwe abonnementen ontwikkelen. Als een reiziger dan toch meer dan deze maximale prijsverhoging (voor dezelfde dienstverlening) moet betalen, zorg dan voor een ruime overgangsregeling en een adequate compensatie.”