30 jaar investeringen voor Groningen
De Rijksoverheid investeert 30 jaar lang in sociale en economische ontwikkeling van de regio en de verduurzaming van huizen en legt hierover jaarlijks verantwoording af aan het parlement met de Staat van Groningen.
'Belangrijke stap'
Staatssecretaris Van Marum: ‘Ik ben blij dat we het wetsvoorstel naar de Raad van State kunnen sturen. Dit wetsvoorstel is een belangrijke stap voor het kabinet om aan Groningers en Noord-Drenten te laten zien dat we ons in blijven zetten voor het herstel en perspectief van de regio. Ook nu de gaswinning uit het Groningenveld is gestopt. Ik hoop het voorstel in het voorjaar naar de Tweede Kamer te kunnen sturen.”
Sociale en economische ontwikkeling
De gaswinning uit het Groningenveld is gestopt, maar inwoners van Groningen en Noord-Drenthe hebben nog steeds last van de gevolgen. Het kabinet wil het toekomstperspectief voor inwoners verbeteren en investeert daarom een generatie lang in sociaal en economisch herstel en het verduurzamen van huizen. In ‘Nij Begun’ is aangegeven dat het kabinet hier van 2026 tot en met 2055 in totaal 7,5 miljard euro voor wil uittrekken. Over de resultaten van deze investeringen wordt jaarlijks gerapporteerd in de Staat van Groningen en hierover legt het kabinet verantwoording af aan het parlement.
Ruimhartig herstel van schade
Het kabinet legt ook vast dat de uitvoeringsorganisaties over de nodige financiële middelen beschikken om de schade ruimhartig te vergoeden en huizen veilig te maken, voor zo lang als het nodig is. Verder biedt dit wetsvoorstel de nieuwe mogelijkheid om schades tot € 60.000 te laten herstellen zonder beoordeling van de oorzaak van de schade. Tot slot krijgt het IMG meer wettelijke ruimte om bewoners in het aardbevingsgebied die nog geen schademelding hebben gedaan actief te informeren.
Vervolgproces
Het wetsvoorstel wordt nu naar de Raad van State gestuurd. Als het kabinet het advies van de Raad van State heeft ontvangen, wordt het voorstel waar nodig aangepast. Het kabinet hoopt het voorstel in het voorjaar in te kunnen dienen bij de Tweede Kamer voor behandeling.