8 boeken
Het nieuwe wetboek bestaat straks uit 8 boeken. In het Wetboek van Strafvordering staan de regels van het strafproces, van de opsporing van verdachten tot en met de tenuitvoerlegging van de straf. De komende maanden krijgen onder meer de advocatuur, het Openbaar Ministerie, de politie en de Raad voor de rechtspraak de gelegenheid formeel te reageren op de voorstellen, die een uitwerking zijn van de plannen uit de Contourennota van 2015.
Vervolging
Boek 3 behandelt onder meer op welke wijze de officier van justitie kan beslissen om in een zaak vervolging in te stellen. Dat kan door de zaak zelf af te doen (zonder tussenkomst van de rechter) en een strafbeschikking uit te vaardigen; of door het voorleggen van de zaak aan de rechter. Het Openbaar Ministerie kan ook besluiten om niet over te gaan tot vervolging. Het nieuwe wetboek verplicht de officier in dat geval deze beslissing expliciet te motiveren en te melden.
De beklagprocedure tegen de beslissing van de officier van justitie om niet te vervolgen - vooral bedoeld voor slachtoffers en nabestaanden - wordt aangepast. Doel is de procedure te versnellen. Daarom worden termijnen gesteld aan het indienen van het beklag (drie maanden), het uitbrengen van het verslag door de advocaat-generaal aan het gerechtshof (drie maanden) en de beslissing van het gerechtshof op het beklag (zes weken). Ook komt er een voorwaardelijk bevel tot vervolging. Het slachtoffer hoeft dan niet te wachten op vervolging van de beklaagde, als hij of zij slechts een schadevergoeding wil en de beklaagde ook bereid is deze te betalen.
Berechting
In boek 4 gaat het over de berechting van de verdachte. Er worden voorstellen gedaan die de regierol van de voorzitter van de rechtbank versterken. Dit met het oog op een goed verloop van de terechtzitting. De verslaglegging van de terechtzitting wordt gemoderniseerd door inzet van audiovisuele middelen. Ook worden de regels voor berechting door de politierechter en de kantonrechter samengevoegd en vereenvoudigd. Verder wordt de verschijningsplicht uit het regeerakkoord in boek 4 opgenomen. Het betreft verdachten van zware gewelds- en zedenmisdrijven die in voorlopige hechtenis zitten.
Rechtsmiddelen
Boek 5 gaat over de rechtsmiddelen, waaronder het hoger beroep tegen vonnissen. De regeling voor het instellen van rechtsmiddelen wordt verduidelijkt en gemoderniseerd. De voorzitter (van het hof) krijgt een sterkere regierol. Verder hoeft het gerechtshof beslissingen waartegen geen bezwaren zijn ingediend, niet meer over te doen. De benadeelde partij krijgt een zelfstandig recht op hoger beroep.
Bijzondere regelingen
In boek 6 staan de bijzondere regelingen. Deze aanvullende regels waarborgen bijvoorbeeld een eerlijk proces voor kwetsbare verdachten, zoals jeugdigen en personen met een psychische stoornis of een verstandelijke beperking, door maatregelen te treffen zoals verplichte bijstand van een raadsman. Ook komt er een eenvoudige en laagdrempelige procedure voor de beoordeling van verzoeken tot schadevergoeding na strafvorderlijk overheidsoptreden. Daarnaast introduceert het nieuwe wetboek de mogelijkheid om prejudiciële vragen aan de Hoge Raad te stellen.
De consultatieperiode duurt tot 1 augustus 2018. Daarna zullen de adviezen uit de rechtspleging en de reacties uit de wetenschap en samenleving worden bestudeerd, om de volgende stap voor te bereiden: de boeken gereedmaken voor advisering door de Raad van State. Eerder dit jaar werd de consultatie afgerond van de boeken 1 (strafvordering in het algemeen) en 2 (het opsporingsonderzoek). De adviezen worden momenteel verwerkt. Bij de aanpassing van de boeken 1 en 2 zal in het licht van het regeerakkoord en de adviezen, de positie van het slachtoffer nogmaals worden bezien.
De boeken 7 (internationale en Europese samenwerking in strafzaken) en 8 (tenuitvoerlegging van strafrechtelijke beslissingen) zijn al wet geworden, maar nog niet in werking getreden. Met de nu in consultatie gegeven boeken 3 tot en met 6 is het gehele nieuwe wetboek in conceptvorm beschikbaar. Het is de bedoeling de conceptwetsvoorstellen van de boeken 1 tot en met 6 van het nieuwe wetboek verder gezamenlijk in procedure te brengen. Daarbij gaat het om het vervolg van het wetgevingstraject, de advisering door de Raad van State en de behandeling door de Staten-Generaal.