Brandstichting
De man is op 3 september 2016 om een einde aan zijn leven te maken opzettelijk met zijn auto tegen een brandstofpomp van tankstation De Andel in Gouda gereden. Hierdoor is een grote verwoestende brand ontstaan. Het hele tankstation is, op het shopgebouw na, uitgebrand en het shopgebouw heeft forse rook- en waterschade opgelopen. De schade bedraagt zo’n 3 miljoen euro.
Poging doodslag, vernieling en rijden onder invloed
De rechtbank oordeelt dat de man door zijn handelen de kans heeft aanvaard dat hierdoor personen om het leven zouden kunnen komen. De mensen die met hun auto naast de geraakte pomp stonden, konden zich ternauwernood uit de voeten maken. De mensen in de tankshop zagen de auto met grote snelheid op zich afkomen en hebben gevreesd voor hun leven. De rechtbank acht eveneens bewezen dat meerdere auto’s die in het tankstation stonden door de man opzettelijk zijn vernield. Tenslotte is bewezen dat de man gereden heeft onder invloed van alcohol.
Gevolgen
De man mag van geluk spreken dat er – behalve hij zelf - niemand gewond is geraakt. Dat dit uiteindelijk niet is gebeurd is een omstandigheid die geenszins aan hem te danken is. Hij heeft met zijn handelen – naast grote (financiële) schade - paniek, onrust en gevoelens van angst en onveiligheid veroorzaakt bij zowel de slachtoffers als in de samenleving. Dit alles rekent de rechtbankverdachte zwaar aan.
Toerekeningsvatbaarheid
De man is in het Pieter Baan Centrum geobserveerd door deskundigen. Hij heeft aan deze onderzoeken nauwelijks willen meewerken. Nu de deskundigen geen uitspraak kunnen doen over het al dan niet bestaan van een stoornis bij de man is het voor de rechtbank niet mogelijk om aan hem een maatregel op te leggen. De rechtbank kan niet anders dan hem een hoge gevangenisstraf opleggen.
Schadevergoeding
De vordering tot schadevergoeding van de medewerkster van de tankshop wordt toegewezen ter hoogte van een bedrag van € 2.447,41. De andere benadeelde partij is niet-ontvankelijk in de vordering, nu deze niet van eenvoudige aard is. Deze kan worden voorgelegd aan de civiele rechter.