'De rechtspersoon betaalt de boete voor het in strijd met de Europese regelgeving (EVOA) afvoeren van afvalwater afkomstig van een olieplatform voor de kust van Schotland naar de Rotterdamse haven', zo laat het Openbaar Ministerie (OM) maandag weten.
Strafbare feiten
Chevron is een organisatie die olie en gas wint uit velden in de Noordzee. Uit het onderzoek door de opsporingsdienst van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT/IOD) blijkt dat in december 2013 in opdracht van Chevron circa 1880 ton afvalwater per schip is getransporteerd van een olieproductieplatform ten Noord Oosten van Schotland via een olieterminal op de Shetlandeilanden naar de Rotterdamse haven voor verdere verwerking.
Boorplatform
Het afvalwater bestond uit water en chemicaliën gemengd met ruwe olie ontstaan door gepland onderhoudswerk aan het platform. Het transport van het mengsel gebeurde zonder kennisgeving en toestemming van de Nederlandse overheid vooraf. Dit had wel gemoeten volgens de Europese verordening overbrenging van afvalstoffen (EVOA). Het OM stelt dat Chevron in strijd heeft gehandeld met de wet milieubeheer. Dat vindt het OM een ernstig feit.
Ernst van de feiten
Het internationaal transport van afval is aan regels gebonden, omdat er zicht moet zijn op de verantwoorde verwerking van afval. Het transport van afvalwater uit de offshore-industrie zonder kennisgeving en toestemming van het ontvangende land vooraf is verboden. Dit om zicht te houden op verantwoorde verwerking van het afval.
Passende Sanctie
Het Openbaar Ministerie ziet de boete van 200.000 euro die Chevron betaalt als een passende sanctie. Behandeling van de zaak op zitting had naar alle waarschijnlijkheid niet geleid tot een andere sanctie dan een geldboete. Meegewogen heeft ook dat het feit geen nadelige gevolgen voor het milieu heeft veroorzaakt. Het afvalwater is in Nederland door een erkend afvalbedrijf verwerkt.