PET/CT-scan
Een PET/CT-scan combineert twee technieken: PET laat zien hoe organen en weefsels werken, terwijl CT een gedetailleerd beeld geeft van de structuur van het lichaam. De patiënt krijgt hiervoor een kleine hoeveelheid radioactieve stof, een tracer, die straling uitzendt. Bij dit proces ontstaan fotonen, kleine lichtdeeltjes, die door de scanner worden opgevangen en omgezet in een beeld. Dit helpt bij de diagnose en controle van ziektes zoals kanker, hartproblemen en Alzheimer.
Minder straling is nog veiliger
Vanwege de straling worden PET/CT-scans minder vaak gebruikt bij kinderen en zwangere vrouwen. Ook bij onderzoek naar nieuwe medicijnen en behandelingen waaraan gezonde vrijwilligers meedoen, worden deze scans minder ingezet. Het onderzoek van Tsoumpas richt zich op het verlagen van de stralingsdosis, zodat meer mensen veilig deze techniek veilig kunnen gebruiken.
Verbeterd beeld met AI
In de eerste fase onderzoeken de wetenschappers hoe ze CT-beelden kunnen verbeteren met kunstmatige intelligentie, ook wel AI genoemd, terwijl ze een lagere stralingsdosis gebruiken. Minder straling betekent minder fotonen, wat normaal gesproken zorgt voor meer ruis op het beeld. De onderzoekers willen ontdekken of bestaande scanners kunnen worden aangepast of dat nieuwe technologieën nodig zijn.
Uitdagingen bij PET-scans
Tsoumpas: ‘In de tweede fase kijken we of deze methode ook werkt bij PET-scans. Dit is ingewikkelder, omdat PET niet alleen een momentopname maakt zoals CT, maar ook laat zien hoe de tracer zich door het lichaam beweegt. Daarnaast beweegt de patiënt zelf ook een beetje, bijvoorbeeld door ademhaling. Dit kan het beeld vervormen. AI moet deze verstoringen corrigeren, zodat de scan alsnog een duidelijk en betrouwbaar beeld geeft.’
'Straling mogelijk 30 keer lager'
De onderzoekers verwachten binnen drie jaar de eerste resultaten. ‘Als de methode werkt, kan de stralingsdosis mogelijk 30 keer lager worden, terwijl de beeldkwaliteit behouden blijft. Dit zou niet alleen leiden tot veiligere diagnostiek, maar ook de ontwikkeling van nieuwe medicijnen versnellen’, aldus Tsoumpas.