Het rookverbod geldt voor alle schoolterreinen van onderwijsinstellingen in het primair, voortgezet en speciaal onderwijs. Ook geldt het rookverbod voor bekostigde onderwijsinstellingen in het middelbaar en hoger beroepsonderwijs en in het wetenschappelijk onderwijs.
Inspecteurs van de NVWA kijken bij de inspecties of scholen voldoende duidelijk hebben gemaakt dat er op het schoolterrein niet gerookt mag worden, bijvoorbeeld met behulp van borden of tegels. Ook wordt gekeken of de onderwijsinstelling er voor zorgt dat het schoolterrein rookvrij blijft. Bijvoorbeeld door actief op te treden als er toch wordt gerookt. Hierbij kijken inspecteurs niet alleen of er op het moment van inspectie niet wordt gerookt, maar wordt ook gekeken hoe de school de handhaving van het rookverbod geregeld heeft.
Als een inspecteur constateert dat het rookverbod op het schoolterrein niet of onvoldoende is ingesteld, aangeduid of gehandhaafd legt de NVWA eerst een schriftelijke waarschuwing op. Als bij herinspectie blijkt dat de overtreding niet is opgeheven krijgt de beheerder van de onderwijsinstelling een bestuurlijke boete. De hoogte van de boete is €600 en kan bij recidive oplopen tot €4.500.