In 2017 hebben ruim 150.000 mensen een soa-test laten doen bij de centra seksuele gezondheid, 5 procent meer dan in het jaar ervoor. Bij 18,4 procent van deze mensen is ook daadwerkelijk een soa vastgesteld. Dat is hetzelfde percentage als in 2016. Hiermee is er een einde gekomen aan een jarenlange stijging van het percentage positieve testen. Deze stijging werd veroorzaakt doordat er een toename was van het aantal mensen uit risicogroepen die zich lieten testen. Daardoor is de kans groter dat er een soa wordt gevonden.
Chlamydia
Chlamydia is de meest voorkomende soa. Vorig jaar hadden meer dan 20.000 bezoekers van de centra seksuele gezondheid een chlamydia-infectie (14,3 procent). Het percentage vrouwen en heteroseksuele mannen met chlamydia is voor het eerst sinds jaren stabiel. Voor homomannen ligt dat percentage al jaren op 10 procent. Ook bij huisartsen is het aandeel chlamydia stabiel.
Gonorroe
Bijna 7.000 bezoekers van de centra seksuele gezondheid hadden gonorroe, 11 procent meer dan in 2016. Deze soa komt vooral voor bij homoseksuele mannen. Ook bij huisartsen is er een toename van het aantal mensen met gonorroe: van 7.900 in 2015 naar 9.000 in 2016. Deze toename was met name onder mensen ouder dan 25 jaar.
Syfilis
Vorig jaar kregen circa 1.200 mensen de diagnose syfilis, bijna net zoveel als in 2016. In vrijwel alle gevallen (95 procent) gaat het om homoseksuele mannen. In voorgaande jaren was er een stijging van het aantal homomannen met syfilis, maar dat heeft zich in 2017 omgezet in een lichte daling. Het aantal diagnoses onder vrouwen en heteroseksuele mannen bleef in 2017 zeer laag: respectievelijk 0,09 en 0,16 procent had de infectie.
Hiv
In 2017 kwamen ruim 1.000 nieuwe mensen met hiv bij de Nederlandse hiv-behandelcentra. Het aantal nieuwe hiv-infecties neemt langzaam af. Tweederde van de hiv-infecties wordt vastgesteld bij homoseksuele mannen.