Met zijn bevindingen lijkt hij te bewijzen dat de aanwezigheid van het stresshormoon een sterke relatie heeft met obesitas. Cortisol kan verhoogd raken door psychische spanning, tekort aan slaap, ontstekingen en te suikerrijke voeding.
Noppe, die bij zijn onderzoek werd begeleid door internist-endocrinoloog Liesbeth van Rossum en kinderarts-endocrinoloog Erica van den Akker van het Centrum Gezond Gewicht, voerde een innovatieve hoofdhaaranalyse uit bij ruim drieduizend kinderen van circa zes jaar oud.
Hoofdhaar
De kinderen nemen deel aan de Generation R studie van het Erasmus MC. In hoofdharen kunnen sinds kort lange termijn cortisolspiegels worden onderzocht, aangezien cortisol wordt ingebouwd in het haar.
Om te onderzoeken of een chronisch verhoogde cortisolspiegel samenhangt met obesitas, deelde Noppe deze drieduizend kinderen op in vijf even grote groepen op basis van de concentratie cortisol.
Meer vet in buikstreek
Daaruit bleek dat in de groep kinderen met de hoogste cortisolspiegels bijna tien keer zoveel obesitas voor kwam vergeleken met de kinderen met lage spiegels. Daarnaast bleek dat vet ook meer in de buikstreek te zitten. Juist vet in de buikstreek is ongunstig voor de gezondheid.
Van een chronisch sterk verhoogde cortisolspiegel was reeds bekend dat die kan leiden tot toename van de buikomvang en obesitas. Maar deze langdurig verhoogde spiegels hangen meestal samen met zeldzame aandoeningen, zoals het syndroom van Cushing.
Maar ook in het dagelijkse leven kan het stresshormoon dus verhoogd raken. Dat het ook samenhangt met obesitas in de normale bevolking en met name bij kinderen, was nog niet bekend.
Door de studie van Noppe is duidelijk geworden dat het stresshormoon cortisol mogelijk een belangrijke rol speelt in de ontwikkeling van obesitas. Het is nog onduidelijk hoe het komt dat bij deze kinderen de cortisolspiegel zo hoog is.
Vervolgonderzoek
Worden ze gepest en ervaren ze daardoor stress? Slapen ze te weinig? Eten ze te veel suikerrijk voedsel? Zijn er andere factoren waardoor de stresshormoonhuishouding is verstoord? Deze vragen moeten in vervolgonderzoek worden beantwoord, zodat er ook behandelingen kunnen worden toegepast.