Het tweede rapport is het vervolg op het eerdere RDW-onderzoek naar afwijkend emissiegedrag waaruit bleek dat het emissiesysteem van zestien auto’s nader onderzoek nodig had. Het emissiebestrijdingssysteem van deze voertuigen werd buiten de goedkeuringstest anders aangestuurd dan in de praktijk Dit mag alleen wanneer het noodzakelijk is om de motor te beschermen.
Vervolgonderzoek
In het vervolgonderzoek concludeert de RDW nu dat de onderzochte auto’s in te delen zijn in twee categorieën:
Aannemelijk
Voor veertien voertuigen maakten betreffende fabrikanten aannemelijk dat de verminderde werking van het emissiebestrijdingssysteem geoorloofd is voor het beschermen van de motor.
Onvoldoende aannemelijk
Voor twee auto’s (Suzuki Vitara en Jeep Grand Cherokee) is het volgens de RDW niet aannemelijk gemaakt dat de verminderde werking van het emissiebestrijdingssysteem nodig is voor motorbescherming. Bij deze voertuigen wordt nader onderzoek uitgevoerd. De RDW heeft het Openbaar Ministerie geïnformeerd over deze voertuigen.
Niet toegestaan
Het is vanuit regelgeving niet toegestaan het emissiebestrijdingssysteem buiten de goedkeuringstest op een andere manier te laten werken. Behalve wanneer dit noodzakelijk is om de motor te beschermen.
Het resultaat van de indicatieve praktijktesten (die de RDW publiceerde in september 2016) was dat de RDW bij zestien voertuigen sterk verhoogde NOx-emissies heeft gemeten. De uitstoot bleek in sommige gevallen vele malen hoger dan tijdens de typegoedkeuringstest. Deze praktijkuitstoot wilde de RDW verder onderzoeken om te kijken of hier sprake was van een ongeoorloofd manipulatie-instrument. Bij dit vervolgonderzoek zijn intensieve toezichtgesprekken met fabrikanten gehouden en heeft de RDW additionele testen uitgevoerd in het laboratorium. De resultaten staan in het gepubliceerde tussenrapport.
Conclusies
Na analyse van de testresultaten, de gevoerde toezichtgesprekken en door fabrikanten aangeleverde informatie, concludeert de RDW het volgende:
- Hyundai, KIA en Volvo hebben aannemelijk gemaakt dat de verminderde werking van het emissiebestrijdingssysteem nodig is voor motorbescherming. Bij Fiat Chrysler Automobiles (FCA) constateert de RDW dat de waarden erg hoog waren ten opzichte van de goedkeuringstest. FCA heeft voor de Jeep Wrangler voldoende aannemelijk gemaakt dat de door hen genomen maatregelen nodig waren om de motor te beschermen. Op verzoek van de RDW stelt FCA in juli 2017 een update beschikbaar voor de Jeep Grand Cherokee met het doel de emissies in de praktijk te verlagen. Deze update moet de RDW nog beoordelen.
- Bij Opel en Chevrolet constateert de RDW dat het emissiebestrijdingssysteem uitschakelt als de buitentemperatuur lager is dan respectievelijk 14°C (Chevrolet) en 18°C (Opel). Dit grenst bijna aan de temperatuur waarbij de goedkeuringstest wordt uitgevoerd. De fabrikant heeft aangetoond dat de gebruikte emissiereductie technologie niet robuust is, waardoor de kans op motorschade bij lagere temperatuur aanwezig is. Er is dus terecht sprake van modulatie van het emissiebestrijdingssyteem vanwege motorbescherming. Daarnaast is het voor deze voertuigen niet mogelijk om een vrijwillige update door te voeren en gelijktijdig aan de waarden van de typegoedkeuring te blijven voldoen. De RDW kan geen actie ondernemen richting fabrikant om de emissies in de praktijk verder omlaag te brengen.
- Bij Suzuki (Vitara) bleek de onderbouwing voldoende, behalve voor de verslechtering van de emissieprestaties naarmate de test langer duurt dan de gebruikelijke emissietest. Dit duidt mogelijk op het gebruik van een tijdsafhankelijke emissiebesturing. Wanneer een tijdsafhankelijke besturing dicht tegen de testgrenzen aanzit, is motorbescherming niet aannemelijk. Wanneer dit het geval is, vindt de RDW dit ontoelaatbaar. Of hiermee een strafbaar feit is gepleegd, is aan het Openbaar Ministerie. De RDW heeft het Openbaar Ministerie daarom ingelicht over deze zaak. De RDW heeft een door Suzuki aangeboden update getest waarbij na de update geen tijdsafhankelijke emissiebesturing meer kon worden vastgesteld bij de desbetreffende voertuigen. Deze update wordt momenteel uitgerold. Er wordt nader onderzocht om nauwkeuriger vast te stellen op welke wijze in de oorspronkelijke voertuigen de tijdsafhankelijke aansturing van het emissiebestrijdingssysteem in zijn werk gaat.