Ollongren was de afgelopen dagen in het Verenigd Koninkrijk samen met haar collega-ministers van de deelnemende partners aan de Joint Expeditionary Force (JEF). Dit is de snelle reactiemacht van 10 gelijkgestemde Europese landen en geldt als aanvulling op de NAVO. De ministers bespraken de huidige veiligheidssituatie in Oekraïne en Europa. Ook bezocht Ollongren daar met andere bewindspersonen de operatie waarbij Oekraïense militairen worden opgeleid.
Fonds voor Oekraïne
Met geld uit het IFU wordt materieel direct bij de industrie ingekocht, zodat het zo snel mogelijk bij Oekraïne terechtkomt. Bovendien wordt het budget zo maximaal benut. Verder worden hiermee wereldwijde inkoopmogelijkheden geïdentificeerd en benut.
De Oekraïense behoefte is leidend voor het fonds. Met de middelen die eruit worden gefinancierd kan het land het eigen grondgebied blijven verdedigen tegen de Russische agressie. De verwachting is dat de eerste contracten met de industrie nog dit jaar een feit zijn. De eerste leveringen zijn er naar verwachting in de eerste helft van volgend jaar.
Het fonds stelt deelnemende landen in staat om op de langere termijn militaire steun te blijven leveren aan Oekraïne. Het biedt een aanvullende steunmethode voor de deelnemers, zonder dat het ten koste gaat van de eigen gereedheid en inzetbaarheid.
Raamovereenkomst
De oprichting van het fonds zit momenteel in de afrondende fase. De deelnemers stellen momenteel samen met Oekraïne een raamovereenkomst op. Hierin staat wie waar verantwoordelijk voor is en informatie over de werking van het fonds.
Partijen uit landen die (nog) geen bijdrage leveren aan het fonds, kunnen ook biedingen insturen. De overheid van het land waar de betreffende fabrikant is gevestigd, moet instaan voor de betrouwbaarheid van dit bedrijf. Ook is die overheid verantwoordelijk voor de exportvergunningen.