Bijna een derde (30%) van de leerkrachten geeft aan dat het verzorgen van het afstandsonderwijs hen persoonlijk zwaar valt. Een derde (34%) geeft aan dat het steeds moeilijker wordt om de leerlingen met afstandsonderwijs bij de les te houden. Drie kwart (77%) geeft aan dat de huidige situatie ten koste gaan van de zwakke leerlingen, ruim de helft (55%) dat de huidige situatie ten koste gaan van de sterke leerlingen.
Bijna de helft (44%) verwacht grote problemen (vanuit het perspectief van de leerlingen) als de leerlingen tot 1 februari weer naar school kunnen, bijna twee derde (61%) als de leerlingen pas na de voorjaarsvakantie weer naar school kunnen.
Als problemen worden vooral genoemd: Leerachterstanden/problemen wat betreft de cognitieve ontwikkeling van de leerlingen. Leerachterstanden die te groot worden om nog in te halen. De overgang van leerlingen van leerlingen groep 8 naar het VO/problemen wat betreft het geven van het juiste schooladvies aan leerlingen. Mentale problemen bij leerlingen, problemen op het gebied van sociaal-emotionele ontwikkeling. Onveilige thuissituaties voor leerlingen. Lichamelijke klachten bij leerlingen. Het verliezen van het zicht van de leerkrachten op de leerprestaties van de leerlingen. Afname van de binding van leerlingen met hun school, het verliezen van routine, aanpassingsproblemen als leerlingen weer naar school komen.
Andere vakken dan de kernvakken sneeuwen onder, krijgen geen of onvoldoende aandacht (bijv. de creatieve vakken zijn ‘de dupe’).
Leerkrachten vinden het vooral een risico dat steeds meer leerlingen uit beeld raken. Steeds grotere verschillen in de ontwikkeling van leerlingen, de leerlingen met sowieso al leerachterstanden/de kwetsbare leerlingen zijn de dupe.