Astmapatiënten zijn een wandelend mysterie. In hun luchtwegen vinden we Charcot-Leyden kristallen (CLCs) terug. Maar wat doen ze daar? Onderzoekers van VIB, de Universiteit Gent, UZ Gent en het biotechbedrijf argenx hebben het eeuwenoude mysterie opgelost over de rol van de kristallen in astma. De onderzoekers zijn er ook in geslaagd om antilichamen te produceren die de kristallen kunnen oplossen en zo – bij muizen - astmasymptomen verlichten. Zulke antilichamen kunnen een nieuwe vorm van therapie zijn tegen astma en andere luchtweginfecties. De onderzoeksresultaten zijn gepubliceerd in het gezaghebbende tijdschrift Science.
Kristallen en ziekte
In 1853 maakte neuroloog en patholoog Jean-Martin Charcot aan het befaamde Salpêtrière ziekenhuis in Parijs gedetailleerde schetsen van kristallen die hij had gezien in het spuug van astmapatiënten. Dezelfde kristallen werden gezien door Berlijns internist Ernst von Leyden in 1872. Geïnspireerd door de namen van de ontdekkers werden de kristallen beschreven als Charcot-Leyden kristallen, of CLCs.
Sindsdien zijn ze gespot in andere chronische ontstekingsziekten zoals astma, bronchitis, rhinitis, en rhinosinusitis. Maar hun aanwezigheid en functie bleef een mysterie. Een eerste clou werd pas meer dan een eeuw later ontwaard: CLCs bleken opgebouwd te zijn uit het eiwit galectin-10 (Gal10), één van de meest voorkomende eiwitten in eosinofielen. Dat zijn cellen die een ontstekingsreactie op gang brengen. Normaal gezien vormen eiwitten echter geen kristallen in een goed functionerend lichaam. Er was dus meer aan de hand.
Dankzij deze nieuwe inzichten ontdekten de onderzoekers dat Gal10 enkel een immuunrespons uitlokt wanneer het in kristalvorm voorkomt. In opgeloste vorm is het eiwit onschadelijk. Als kristal lokt het karakteristieken van astma uit, zoals de aanmaak van een dikke slijmlaag in de luchtwegen, wat een groot probleem is voor patiënten.