Het totale aantal brom- en snorfietsen in ons land steeg in diezelfde periode met tweederde tot ruim 1,1 miljoen. Daarvan is 43 procent nu in bezit van 50-plussers, zo blijkt uit CBS-cijfers die door de BOVAG zijn geanalyseerd.
50-plus
Bijna tien jaar geleden hadden 16- tot 20-jarigen 88.799 brom- en snorfietsen in eigendom; op 1 januari dit jaar waren dat er nog maar 41.163, oftewel 54 procent minder. Onder 50-plussers steeg het bezit daarentegen met 80 procent van 268.952 naar 483.186.
Volgens BOVAG zijn er meerdere verklaringen voor de daling onder tieners en de stijging onder 50-plussers. Allereerst werd in 2006 het bromfietsrijbewijs (categorie AM) ingevoerd, waarvoor sinds 2010 ook een apart praktijkexamen moet worden afgelegd. Indien al het autorijbewijs B is gehaald, mag ook automatisch een brom- of snorfiets worden bestuurd en sinds november 2011 mogen jongeren vanaf 17 jaar juist al examen doen voor dat autorijbewijs.
Elektrische fiets populair
Daarnaast zijn de nieuwe generaties elektrische fietsen ook zeer populair onder scholieren, terwijl die groep vroeger op 16-jarige leeftijd sneller voor een brommer koos. De 50-plussers hebben de afgelopen tien jaar de ‘scooter’ herontdekt: de voertuigen zijn in alle soorten en maten verkrijgbaar, wekt nostalgische gevoelens op, de oudere doelgroep wil zich op meerdere manier kunnen voortbewegen en kiest naast de fiets en auto ook voor andere vervoermiddelen.
Per provincie
Limburg telde begin 2016 van alle provincies het laagste aandeel tieners (2,7 procent) en het hoogste aandeel 50-plussers met een brom- of snorfiets (49 procent). In Zeeland is het aandeel tieners het hoogst met 5,3 procent en in Flevoland zijn relatief de minste 50-plussers in bezit van een brom- of snorfiets (36 procent). Samen met Flevoland (810 stuks) is Drenthe de enige provincie met minder dan 1.000 brom-/snorfietsen in bezit van tieners: 973 exemplaren.