Het wetsvoorstel maakt een einde aan de verschillen in de praktijk bij de rechtbanken; vaak werd aan slachtoffers wel ruimte gegeven om over de strafmaat te spreken, maar soms met een verwijzing naar de strikte bewoordingen van de huidige wet (en de oorspronkelijke bedoeling daarvan) niet. Ook komt het wetsvoorstel tegemoet aan een duidelijk gebleken behoefte van slachtoffers die hun hele verhaal op de terechtzitting willen doen.
Het slachtoffer moet voorafgaand aan de zitting goed op dit spreekrecht en de mogelijke gevolgen worden voorbereid en daartoe bijgestaan door verschillende instanties. Bijvoorbeeld Slachtofferhulp Nederland. De gespecialiseerde slachtofferadvocaat kan ook een belangrijke rol bij de ondersteuning van het slachtoffer spelen en kan het slachtoffer ook adviseren over het spreken over strafmaat en bewijs. Voor de officier van justitie is het slachtoffergesprek het moment waarop hij de zaak met het slachtoffer kan bespreken. Dat geldt vooral wat hij van de behandeling op de terechtzitting, de eis van de officier van justitie en het eindoordeel van de rechter heeft te verwachten.
Overigens blijft het slachtoffer procesdeelnemer en wordt hij geen zelfstandige procespartij.