Dettmeijer constateert dat er nu nog te weinig aan wordt gedaan. Zij wil dat Nederland de kindhuwelijken strafrechtelijk harder gaat aanpakken.
In het rapport wordt speciaal aandacht geschonken aan groepen kinderen die kwetsbaar zijn voor mensenhandel zoals minderjarige Syrische meisjes, die al in Syrië of in een vluchtelingenkamp zijn uitgehuwelijkt en vervolgens als kindbruid in Nederland belanden. Tussen juli 2014 en februari 2016 waren er 210 Syrische kindbruidzaken, zo blijkt uit cijfers van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND).Tussen september en januari 2016 waren het er 60. De jongste was slechts 14 jaar. Er zijn ook kindbruidzaken bekend van meisjes uit Iran en Eritrea, al zijn dat er minder. Dit schrijft onder meer bnr.nl donderdag.
Dettmeijer is bang dat deze meisjes ook in Nederland slachtoffer worden van seksueel geweld en uitbuiting. Ze schrijft in het rapport: 'Mijn zorg is dat sommige van deze meisjes achter de voordeur verdwijnen, hetgeen hen kwetsbaar maakt om buiten het zicht van de samenleving uitgebuit te worden binnen het huishouden. Deze meisjes moeten, net als elk kind in Nederland, de bevrijdende kracht van onze waarden ervaren.' De Syrische meisjes reizen vaak naar Nederland met hun meerderjarige man. Dettmeijer: 'Deze meisjes bevinden zich vaak in een sociaal isolement, waardoor eventueel misbruik en uitbuiting langdurig aan kan houden. Het risico bestaat dat zij op lange termijn verworden tot huisslaaf of verborgen vrouw.'
Er is nu nog geen sprake van een actieve strafrechtelijke aanpak van deze kindhuwelijken, maar dat wil Dettmeijer veranderen. Dettmeijer: 'Als kinderen worden aangezet om te trouwen en daarna in een gecreëerde setting seks moeten hebben, mag dat niet worden toegestaan.