Het vrije verkeer van personen en goederen zijn de economische fundamenten onder de Europese Unie. Hoewel EVO, Fenedex en TLN de huidige veiligheidsmaatregelen en de inspanningen van het kabinet om de grenzen te beveiligen door mobiele controles begrijpen, tasten veel bedrijven in het duister over de precieze aard van de grenscontroles in andere Europese lidstaten. Als er door deze controles vertragingen door ontstaan, is het voor veel bedrijven ook onduidelijk wie daar aansprakelijk voor is.
Europa
In een brief aan het kabinet stellen de ondernemersorganisaties maatregelen voor die het goederenvervoer veilig kunnen laten doorstromen, waaronder aparte rijstroken voor het vrachtverkeer, een vrije doorgang voor bedrijven die aantoonbaar zelf voorzorgsmaatregelen nemen of slimme infraroodscans. EVO, Fenedex en TLN vragen het kabinet om dergelijke oplossingen te bepleiten bij de regeringen van andere Europese lidstaten. Om de ongehinderde goederenstroom en het handelsverkeer binnen de Europese Unie uiteindelijk weer volledig op gang te krijgen, moeten de grenscontroles uiteindelijk verplaatsen naar de Europese buitengrenzen. Het Nederlandse kabinet maakt zich hier al hard voor.
Vertragingen
Bedrijven in Nederland exporteren voor ruim 310 miljard euro naar andere lidstaten, inclusief de doorvoer van goederen die binnenkomen op de Nederlandse mainports als Rotterdam en Schiphol. Een afname van vijf procent van deze doorvoer en export kost de Nederlandse economie al zo’n 15,5 miljard euro per jaar. Naast directe schade, zorgen vertragingen van goederenstromen aan de grens ook voor verstoringen in de handel en productie. Zo zorgen vertragingen voor strubbelingen in de relaties tussen leveranciers en afnemers en leggen zij soms productieprocessen in fabrieken elders in Europa stil omdat onderdelen te laat aankomen.