Politie en Openbaar Ministerie (OM) hebben hun uiterste best gedaan om de daders van de liquidatie van Endstra op 17 mei 2004 op te sporen. Dat de in 2011 aangehouden N. Abbasov als schutter kan worden aangemerkt, is aan deze niet aflatende inspanningen van politie en OM te danken. Door het overlijden van Abbasov is aan diens strafproces echter een voortijdig einde gekomen.
Schietpartij
De 3 mannen in deze strafzaak werden verdacht van medeplegen of medeplichtigheid aan de schietpartij – bijvoorbeeld door het leveren van een of meerdere observatieauto’s en vluchtauto’s. Ook zouden de mannen de omgeving van Endstra’s kantoor aan de Apollolaan 109 en zijn verblijfplaatsen hebben geobserveerd en verkend en zouden zij op de uitkijk hebben gestaan tijdens de moord.
Geen sporen
Hoewel er een aantal aanwijzingen is gevonden (zoals een vingerafdruk van één van de verdachten op een parkeerkaartje in een auto die in de buurt van plaats delict is achtergelaten, getuigenverklaringen dat de mannen heel specifiek het nieuws over de moord volgden op televisie en de verklaring van een beschermde getuige) zijn er geen technische, forensische sporen waaruit blijkt dat de mannen feitelijk bij de schietpartij op de Apollolaan aanwezig zijn geweest.
De rechtbank concludeert dat niet is vast te stellen wat de mannen die ochtend precies hebben gedaan, wat zij hebben geweten of op welke andere wijze zij bij de moord betrokken zijn geweest.