Flevoland bestaat op 1 januari 2016 dertig jaar als provincie. Toen Flevoland in 1986 officieel een provincie werd, woonden er ruim 177 duizend mensen. Dat aantal is inmiddels meer dan verdubbeld en op 1 januari 2016 zal Flevoland naar verwachting 404 duizend inwoners tellen. De tijden dat de bevolking van Flevoland jaarlijks met duizenden groeide zijn voorbij. De bevolkingsgroei stagneert: tussen 2011 en 2015 zijn er in totaal nog geen 10 duizend inwoners bij gekomen.
Flevoland geen trekpleister meer
De bevolkingsgroei van Flevoland heeft inmiddels ook een andere oorzaak dan in de eerste twee decennia na het ontstaan van de provincie. De laatste jaren groeit het aantal inwoners als gevolg van een geboorteoverschot en, in mindere mate, door immigratie. Aanvankelijk werd de groei van het aantal inwoners van Flevoland hoofdzakelijk veroorzaakt door verhuizingen naar het nieuwe land en de nieuwbouw. Vanaf het einde van de jaren zeventig van de vorige eeuw tot en met 2001 kwamen er jaarlijks per saldo gemiddeld bijna 7 duizend nieuwe inwoners bij door binnenlandse verhuizingen. Veel startende gezinnen, voornamelijk twintigers en in mindere mate dertigers, verlieten vanaf de jaren zeventig de grote stad voor een groenere, ruimere en comfortabele woonomgeving. Het nieuwe land bood daartoe alle mogelijkheden, zeker nadat Lelystad en Almere in de Verstedelijkingsnota van 1976 werden aangemerkt als groeikernen en er jaarlijks duizenden nieuwe woningen werden opgeleverd.
Vanaf 2001 is de vestiging vanuit elders in Nederland drastisch afgenomen, terwijl het vertrek vanuit Flevoland geleidelijk bleef stijgen. In 2007 kwamen vestiging en vertrek met elkaar in balans. Sinds 2011 is zelfs sprake van een gering vertrekoverschot en groeit de provincie alleen nog door het geboorteoverschot en in mindere mate door een positief buitenlands migratiesaldo.
Vooral jongeren vertrekken vaker uit Flevoland
De omslag van een vestigingsoverschot naar een vertrekoverschot heeft zich voorgedaan onder alle leeftijdsgroepen maar de verandering was het sterkst onder de groepen die aanvankelijk het meest kwamen: twintigers en in mindere mate dertigers. Inmiddels vertrekken er meer18- tot 30-jarigen uit Flevoland dan zich in de provincie vestigen.
Instroom dertigers gehalveerd
Onder dertigers heeft zich per saldo een vergelijkbare ontwikkeling voorgedaan maar de onderliggende stromen hebben zich anders ontwikkeld dan bij 18- tot 30-jarigen. Het aantal dertigers dat jaarlijks vanuit Flevoland naar andere provincies vertrekt is min of meer gelijk gebleven maar de instroom is meer dan gehalveerd. In de laatste jaren houden vestiging en vertrek van dertigers elkaar in evenwicht. Onder veertigers, vijftigers en zestigers is het saldo van vestiging en vertrek in de laatste jaren ook ongeveer nul.
Leeftijdsopbouw Flevoland lijkt steeds meer op die van Nederland
Nu de instroom van jonge gezinnen drastisch is teruggelopen krijgt ook Flevoland te maken met vergrijzing. De leeftijdsopbouw van de provincie gaat steeds meer lijken op die van de rest van Nederland. Nog steeds wonen er in Flevoland naar verhouding meer kinderen en minder ouderen maar de verschillen zijn kleiner geworden. In 1986 woonden er in Flevoland door de komst van de jonge gezinnen relatief veel mensen tussen25 en 40 jaar en jonge kinderen. In 2015 wonen er nog steeds veel kinderen maar het aandeel twintigers, dertigers en veertigers is nog nauwelijks groter dan in Nederland als geheel. In 2040 zal Flevoland, volgens de CBS/PBL-prognose, ongeveer 525 duizend inwoners tellen, ruim 30 procent meer dan in 2015. De leeftijdsopbouw van Flevoland zal tegen die tijd nog meer op die van Nederland lijken.