Voor de studie naar pijn ondergingen proefpersonen lichte pijnprikkels in de vorm van milde elektroshocks in een onderarm. De meditatiegroep ging de pijn zowel in dagdagelijkse houding aan, als in een staat van meditatie. Ze bleken de pijn niet als minder sterk te ervaren, maar wel als minder onaangenaam. In hun hersenen ging de verminderde pijnbeleving gepaard met een verhoogde activatie in de posteriore insula (het gebied dat betrokken is bij het voelen van pijn) en een verminderde activiteit in de laterale prefrontale cortex (het gebied dat ervaringen reguleert).
Dit patroon is het tegenovergestelde van wat er gebeurt in het brein van niet-mediterenden. Met andere woorden: mediterenden waren in staat hun pijn op unieke wijze te verminderen, door de pijnsensaties toe te laten in plaats van er mentale controle over uit te oefenen.
Fluïde intelligentie
Voor het vernieuwende onderzoek naar het effect van yoga en meditatie op veroudering, werden hersenscans gemaakt en de verstandelijke vermogens in de vorm van fluïde intelligentie gemeten. Fluïde intelligentie is het vermogen om te redeneren in nieuwe situaties. Oudere beoefenaars van zowel yoga als meditatie bleken een kleinere afname in fluïde intelligentie te hebben dan controlepersonen met een vergelijkbaar gezonde levensstijl.
Functionele MRI-opnames tijdens rust lieten zien dat de globale hersenennetwerken van mediterenden en yogi’s efficiënter en robuuster georganiseerd waren dan die van controlepersonen. Het effect van yoga bleek wat fluïde intelligentie en globale netwerk efficiëntie betreft even groot als dat van meditatie.
“Het is fascinerend te zien hoe yoga en meditatie onze hersenen en onze psyche positief kunnen beïnvloeden en zo tot een verhoogd welzijn kunnen leiden”, aldus Tim Gard.