De specifieke training van de mond- en keelspieren voorkomt het snurken echter niet en is evenmin een remedie tegen de veelvoorkomende ziekte slaapapneu. Dat concludeert het Slaapcentrum van het Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis in Nijmegen.
De uitkomsten van een kleinschalig Zwitsers onderzoek waren voor de CWZ-onderzoekers in 2009 aanleiding om een eigen onderzoek te starten. Het betreft patiënten die ernstig snurken en/of te kampen hebben met apneu (het herhaaldelijk stokken van de adem tijdens de slaap, wat tot tal van gezondheidsklachten kan leiden). Vijftig personen kregen een didgeridootraining aangeboden, waarna ze vier maanden werden gevolgd en getest.
Van de deelnemers haakte bijna een derde deel voortijdig af. Als redenen werden opgegeven dat de training (te) veel tijd kost en dat het (te) moeilijk is om circulair te leren ademhalen. De vierendertig deelnemers die wel volhielden, snurkten over het algemeen minder luid. Bij de groep met slaapapneu was geen afname van het aantal adempauzes per uur meetbaar. Wel namen de klachten van slaperigheid (overdag) licht af. Het aantal apneu-patiënten binnen het onderzoek was relatief klein. De onderzoekers willen daarom op dit punt geen definitieve conclusies trekken. Ze focussen nu op de punten waarop wel verbetering meetbaar was.
Er komt vervolgonderzoek met onder meer een aangepast didgeridoo-lesschema.