Defensie opent poort van kazerne Assen voor civiel gebruik
De Johan Willem Frisokazerne in Assen moet een belangrijke plek worden voor zowel de krijgsmacht als de regio. 'De kazerne wordt compacter en efficiënter ingericht. Daardoor komt er ruimte vrij voor onder meer onderwijs, innovatie en rijksdiensten. De kazerne opent dus letterlijk en figuurlijk haar poorten. De nieuwe afspraken zijn vandaag op het kazerneterrein met handtekeningen bekrachtigd', zo meldt het ministerie van Defensie maandag.
Weerbaarheidscentrum
De ministeries van Defensie en van Binnenlandse Zaken, de provincie Drenthe en de gemeente Assen tekenden vandaag gezamenlijk de nieuwe plannen. Deze afspraken bouwen voort op eerdere samenwerking uit 2023. Er wordt op korte termijn ruimte gemaakt voor een weerbaarheidscentrum, met onder andere een internationale crisissimulatieruimte en een reservistencentrum.
Lange traditie
Drenthe heeft een lange traditie van samenwerking met Defensie. Er zijn 2 kazernes van de landmacht, natuur- en oefenterreinen en munitiecomplexen in deze provincie. Eenheden van 43 Gemechaniseerde Brigade en 11 Luchtmobiele Brigade zijn er ondergebracht.
'Veiligheid voorop'
Volgens demissionair staatssecretaris van Defensie Gijs Tuinman zijn kazernes geen bastions, streng afgesloten van de samenleving. “We willen samen met de regio investeren in een toekomstbestendig militair complex dat midden in de samenleving staat”. Er komt echter geen vrije toegang voor iedereen. Het blijft in de eerste plaats militair operationeel terrein en Defensie blijft de belangrijkste gebruiker van de kazerne. Nieuwe initiatieven worden zorgvuldig bekeken. Veiligheid staat daarbij altijd voorop.
Begin van een vernieuwd partnerschap
Naast de ondertekening presenteerden de partijen de Drentse Agenda Defensie & Veiligheid en het Regioprofiel Rijksdiensten. Deze documenten markeren samen het begin van een vernieuwd partnerschap. Drenthe biedt Defensie ruimte, kennis en bereidheid om mee te bouwen aan veiligheid en brede welvaart. Provincie en Rijk laten zien dat samenwerking kansen creëert voor jongeren, werkgelegenheid, en maatschappelijke weerbaarheid.