woensdag, 19. februari 2025 - 9:28

Vissen en bodemdieren in Oosterschelde afgelopen 30 jaar afgenomen

Oosterschelde
Den Haag

De populaties van 37 kenmerkende soorten vissen en bodemdieren van de Oosterschelde zijn sinds 1994 gemiddeld met 28 procent achteruitgegaan. Van 15 van deze soorten gaan de aantallen achteruit, zoals schol, mossel en Europese zeekreeft, terwijl 8 soorten (waaronder purperslak en platte oester) toenemen. Dat blijkt uit analyses van het CBS van gegevens uit het Monitoringproject Onderwater Oever (MOO) van Stichting ANEMOON.

De Oosterschelde heeft een unieke biodiversiteit, en is aangewezen als Europees beschermd habitat van het type ‘grote, ondiepe kreken en baaien’. De dijken langs de Oosterschelde zijn versterkt met basaltblokken. Op of tussen deze stenen leven veel diersoorten, zoals zeeanemonen, kreeftachtigen en schelpdieren. Veel vissoorten zoeken er voedsel of zetten er eieren af.

Afname 15 soorten vissen en bodemdieren, 8 soorten nemen toe

De toestand van de onderwaternatuur van de Oosterschelde wordt gemonitord aan de hand van 37 kenmerkende soorten. Het gaat hierbij om vissen, en vastzittende en kruipende bodemdieren, zoals zakpijpen, zeesterren, kreeftachtigen, weekdieren, wormachtigen, zeeanemonen en kwalachtigen. Deze soorten zijn voor een belangrijk deel afhankelijk van de kunstmatige onderwaterrotskust van de Oosterschelde.

Van 8 soorten stijgt de trend, de populaties van 15 soorten gaan achteruit. 10 soorten zijn stabiel, en 4 soorten hebben een onzekere trend.

Categorie:
Provincie: