De verdachte reed in juni 2024 's nachts door Uden en probeerde op verschillende plekken in auto's in te breken. Op enig moment lukte dat. Terwijl de verdachte bezig was, wilde een gealarmeerde politieagent hem aanhouden. De verdachte rende daarop terug naar zijn eigen auto, stapte in en startte de auto toen de agent zijn autodeur opentrok en de verdachte wilde arresteren. De verdachte reed vervolgens hard achteruit. De diensthond van de agent, die half in de auto hing, werd daarbij meegesleurd. Ook de agent viel op de grond. Vervolgens wilde de verdachte vooruit wegrijden om zo te ontkomen. De agent trok zijn wapen en vuurde twee kogels af, waarbij hij het been van de verdachte raakte.
Verminderd toerekeningsvatbaar
De rechtbank neemt het de verdachte zeer kwalijk dat hij zich zo risicovol en volstrekt onverantwoord gedroeg tegen de agent die hem wilde aanhouden. Hij had moeten luisteren en zich moeten overgeven. Het voorval maakte grote impact op de agent. In zijn loopbaan van bijna 39 jaar voelde hij zich nooit eerder zo bedreigd dat hij zijn vuurwapen moest trekken en schoten afvuurde. Het raakte hem ook om te zien dat zijn hond gewond was en daarbij te bedenken dat hij hem mogelijk nooit meer mee terug naar huis zou kunnen nemen.
Bij het bepalen van de straf houdt de rechtbank er verder rekening mee dat er volgens een psycholoog sprake is van een licht verstandelijke beperking, ADHD en verslavingen bij de verdachte. De rechtbank beschouwt hem dan ook als verminderd toerekeningsvatbaar. Naast een celstraf van 286 dagen, waarvan 180 dagen voorwaardelijk, krijgt de verdachte onder meer een meldplicht bij de reclassering, moet hij zich laten behandelen bij een zorgverlener en moet hij zich inzetten om een zinvolle dagbesteding te vinden.