Mei is de zonnigste maand van het jaar
Mei is volgens het KNMI in Nederland normaal gesproken de maand met het hoogste aantal zonuren, gevolgd door juni en juli. Gemiddeld over het land schijnt de zon in mei 223 uur. Eigenaren van zonnepanelen merken dan ook dat de productiepiek van hun installatie vrijwel altijd in mei ligt. Als mei dit jaar een normaal aantal zonuren heeft, vestigt de maand vrijwel zeker een nieuwe recordopbrengst aan zonne-energie.
Alleen in Jordanië en Chili is het aandeel zonne-energie groter
Binnen Europa heeft Nederland het grootste aandeel zonne-energie in de totale elektriciteitsproductie. Ruim 14% van de elektriciteit in Nederland is afkomstig van zonnepanelen en zonparken blijkt uit het onderzoek ‘Global Electricity Review 2023’ van de energie-denktank Ember. Griekenland en Hongarije volgen op gepaste afstand. Wereldwijd heeft zonne-energie alleen in Jordanië en Chili een nóg groter aandeel.
Werk maken van bedrijfsdaken
In Nederland liggen inmiddels op ruim twee miljoen woningen zonnepanelen, maar daarmee zijn de mogelijkheden nog lang niet uitgeput. Met name de daken van bedrijfsgebouwen bieden nog enorme kansen om de productie van duurzame elektriciteit de komende jaren verder op te voeren.
De capaciteit van het elektriciteitsnet is beperkt
De gestaag groeiende energieproductie van de zonnepanelen in Nederland levert veel groene stroom op, maar ook technische problemen. Het elektriciteitsnet loopt tegen de grenzen van zijn capaciteit aan. In 2022 schakelden in sommige gebieden omvormers van zonnepanelen zichzelf tijdelijk uit omdat het niet mogelijk was om stroom te leveren aan het net. Hoewel de netbeheerders druk bezig zijn met het vergroten van de capaciteit van het elektriciteitsnet, zullen zulke situaties zich de komende jaren waarschijnlijk vaker voordoen. Dat zal de groei van het gebruik van duurzame energie afremmen.
Ambitieuze plannen van het kabinet
Het kabinet heeft onlangs ambitieuze klimaatplannen gepresenteerd. In een reactie daarop zei Doekle Terpstra, voorzitter van Techniek Nederland, dat hij de doelstellingen ondersteunt, maar hij plaatste ook kanttekeningen: ‘Duurzaam opgewekte energie heeft de toekomst, maar dat vraagt wel om extra investeringen in opslagmogelijkheden. Snellere innovatie van batterijsystemen en een goede inpassing in de lokale netinfrastructuur zijn hard nodig. Dat geldt óók voor een groter, zwaarder en vooral slimmer elektriciteitsnetwerk en de introductie van energiemanagementsystemen.’