“Een overduidelijke uitkomst”, zegt AOb-bestuurder Jelmer Evers van de sector voortgezet onderwijs. “Onze docenten merken dat mobieltjes in de klas een heel nadelig effect hebben op de concentratie van de leerlingen. En dus op de effectiviteit van de les.”
Van de leden in het voortgezet onderwijs die tegen een landelijk verbod stemden, wil 21 procent liever afspraken over mobieltjes in de klas maken per school of per onderwijsteam. En 6 procent van de leden wil dit zelf bepalen.
Autonomie
Hoe ver zo’n landelijk verbod moet gaan, is wel de vraag. Evers: “We hebben daar lang met onze sectorraad voortgezet onderwijs over gesproken. Er is natuurlijk een spanning tussen een landelijk verbod en professionele autonomie van de docent. Moet je mobieltjes in de hele school verbieden? Of mogen de leerlingen ze wel meenemen naar school, maar moeten de telefoons daar wel gelijk in de kluisjes worden gelegd? Het is goed als de uitwerking van zo’n verbod ruimte laat voor dergelijk maatwerk per school. Maar de lijn is duidelijk: een meerderheid van onze leden wil die telefoons de klas uit hebben.”
Primair onderwijs
In het primair onderwijs zijn de leden verdeeld over de noodzaak van een landelijk verbod. In deze sector stemde 54 procent voor – een nipte meerderheid. “In gesprekken die we aan de hand van de enquêteresultaten hebben gevoerd, blijkt dat er bij een grote groep collega’s het besef bestaat dat de telefoon een grote stoorzender kan zijn voor kinderen op een basisschool”, zegt AOb-bestuurder Thijs Roovers.
Daarnaast geeft een grote groep leden volgens Roovers aan dat er op dit moment geen problemen zijn met telefoons. “Maar dat het wel belangrijk is om hier goede schoolafspraken over te maken – waar iedereen zich dan aan houdt. Er zijn ook collega’s die vinden dat een landelijk verbod moeilijk te handhaven is, en er zijn leden die de mobiele telefoon juist te zien als een verrijking.”
Kortom, in het primair onderwijs is de mening over een landelijk verbod geen uitgemaakte zaak, oordeelt Roovers. “We zullen het gesprek hierover de komende tijd moeten blijven voeren.”
In het mbo is 57 procent van de leden voorstander van een landelijk verbod. “Ook in het mbo zien we dat mobieltjes een negatieve uitwerking hebben op de concentratie van de studenten”, zegt AOb-bestuurder Henrik de Moel. “Maar qua verbod ligt de situatie in het mbo wel wat ingewikkelder. Dat komt vooral omdat de overgrote meerderheid van de studenten in het mbo meerderjarig is. Bovendien gebruiken veel scholen telefoons om bijvoorbeeld two step verification van het schoolnetwerk mogelijk te maken.”