Coffeeshops
Tijdens de aanloopfase kan er op kleine schaal in de gemeenten Breda en Tilburg, naar een initiatief van de burgemeesters van deze gemeenten, eerder gestart worden met levering van gereguleerde cannabis aan coffeeshops. Waarbij coffeeshops ook nog mogen inkopen bij hun oude leveranciers.
Oefenen
Het doel van de aanloopfase is om te oefenen met alle processen en systemen die hierbij komen kijken. Zodat de start in alle gemeenten van de overgangsfase soepeler kan verlopen. De aanloopfase kan van start gaan onder een aantal voorwaarden. Namelijk een beperkt aantal gemeenten: Breda en Tilburg. Daarnaast een beperkte handelsvoorraad van 500 gram van gereguleerde producten, een beperkte duur van de aanloopfase waarbij het streven maximaal 6 maanden is. De start als minimaal drie telers gereed zijn en een stopknop om de aanloopfase te stoppen indien er zich ernstige problemen voordoen op het vlak van openbare orde en veiligheid.
Handhavingsregime
De burgemeesters zijn verantwoordelijk voor de handhaving op de gereguleerde cannabis die in de coffeeshop komt te liggen. Er worden afspraken gemaakt in de lokale driehoek om onduidelijkheden over het handhavingsregime te voorkomen.
Wietexperiment
'Samen met minister Yesilgoz-Zegerius zet ik mij er voor in dat het wietexperiment gaat slagen. Ik proef ook bij alle deelnemers enthousiasme en ben dan ook blij dat we hierbij ook al eerder dan de officiële start van het experiment een eerste kleinere stap kunnen gaan zetten', aldus minister Ernst Kuipers:
Levering 1e kwartaal 2024
De verwachting is dat de aanloopfase start in het vierde kwartaal van 2023, het moment dat minimaal drie telers gereed zijn om te leveren. Om het experiment in alle deelnemende gemeenten kunnen starten is het belangrijk dat de kwantiteit, kwaliteit en diversiteit van wiet en hasj voldoende is. Dit moment wordt naar verwachting bereikt in het eerste kwartaal van 2024. Vanaf dat moment kunnen alle coffeeshops in deelnemende gemeente legale cannabis verkopen. De voortgang van de telers blijven de ministeries monitoren om te bepalen of daadwerkelijk in het eerste kwartaal van 2024 gestart kan worden met het experiment.