'Die ene dag minder kan net het verschil maken'
'De afname is niet heel erg groot - maximaal 2 tot 3 procent korter aan het eind van de 21e eeuw. Maar omdat voor een Elfstedentocht alles moet kloppen kan die ene dag minder net het verschil maken', aldus het KNMI.
15 opeenvolgende dagen vorst nodig
Voor een Elfstedentocht is langdurige vorst nodig: een reeks van 15 opeenvolgende dagen die voldoende koud zijn met een gemiddelde temperatuur onder de -4,2℃. Maar ook sneeuw speelt een rol. Sneeuw geeft slecht, bros ijs, en een sneeuwdek werkt als een isolerende deken waardoor het ijs minder snel aangroeit. Ook de zon is van belang, want bij zonnig weer absorbeert het water onder het ijs meer zonlicht wat eveneens de ijsaangroei remt. Bij de Elfstedentocht van 2012 “die het niet werd” speelde zowel de zonnigheid als een sneeuwdek parten, zo weet het KNMI.
Opwarmende aarde: koudeperiodes worden minder koud
In een eerder klimaatbericht schreef het KNMI al dat de kans op een Elfstedentocht in de afgelopen 100 jaar afgenomen was van eens-in-de-5 jaar aan het begin van de 20e eeuw naar eens-in-de-12 jaar nu. De reden is dat door de wereldwijde opwarming van ruim een graad de vorstperiodes minder koud zijn geworden. Als de wereld verder opwarmt tot 2 graden daalt de kans op een Elfstedentocht tot eens-in-de-20 jaar. De aanname die het KNMI daarbij maakt is dat het aantal en de duur van koudeperiodes niet verandert. Nieuw onderzoek laat echter zien dat die aanname wellicht niet opgaat.