De toepassing van het staatsnoodrecht is op tijdelijke basis en mag niet langer duren dan noodzakelijk. Nu duidelijk is dat het conflict in Oekraïne naar verwachting langere tijd gaat duren en gemeenten nog enige tijd in de opvang en zorg blijven voorzien, creëert het kabinet een reguliere wettelijke basis voor de opvang van vluchtelingen uit Oekraïne. Hierdoor kan het staatsnoodrecht weer buiten werking worden gesteld.
Belangrijkste wijziging
De belangrijkste inhoudelijke wijziging ten opzichte van het staatsnoodrecht is dat de verantwoordelijkheid voor opvang en zorg voor vluchtelingen uit Oekraïne verschuift van de burgemeester naar het dagelijks bestuur van het gemeente: het college van Burgemeester en Wethouders (B&W). De taak van het college van B&W is beperkt tot vluchtelingen uit Oekraïne die onder de RTB vallen. Omdat er geen sprake meer is van een acute noodsituatie wordt deze taak niet opnieuw bij de burgemeester neergelegd.
Tijdelijke aard
De tijdelijke wet opvang ontheemden Oekraïne geldt voor een beperkte tijd. Het kabinet spant zich ervoor in dat de opvang van vluchtelingen uit Oekraïne op termijn weer door het COA georganiseerd wordt. Op dit moment staat nog niet vast op welk moment het COA de opvang van vluchtelingen uit Oekraïne op zich neemt. Deze tijdelijke wet vervalt daarom op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. Dit tijdstip wordt in elk geval niet later gesteld dan één jaar nadat de Richtlijn Tijdelijke Bescherming (RTB) afloopt.