NFI
Els Slurink wordt op 21 maart 1997 dood aangetroffen in haar woning aan het Van Brakelplein in Groningen. Zij blijkt door een steek in haar borst om het leven te zijn gebracht. Lange tijd heeft het onderzoek niet geleid tot een verdachte, ondanks dat de politie meermalen aandacht heeft gevraagd voor de zaak, onder andere in samenwerking met Opsporing Verzocht. Het coldcaseteam onderhoudt nauwe contacten met het NFI over de forensische sporen die zijn veiliggesteld. Met de nieuwste bemonsteringsstrategie en methoden wordt in januari 2020 een match gevonden tussen het DNA-profiel dat is aangetroffen in twee bemonsteringen van nagels van de rechterhand van het slachtoffer en het DNA-profiel van de verdachte.
Mediacampagne
Na de DNA-match startte een uitgebreid onderzoek naar de persoon van deze verdachte. Daarbij zijn diverse opsporingsbevoegdheden ingezet en is de zaak in januari 2021 onder de aandacht gebracht in een speciale coldcase-uitzending van Opsporing Verzocht. Het is de eerste zaak in de nieuwe landelijke media-campagne: ‘Het is nooit te laat om te praten’. Op 5 februari 2021 wordt de verdachte aanhouden.
Wettig bewijs
Op grond van de feiten en omstandigheden die uit het onderzoek naar voren zijn gekomen stelt de officier vast dat verdachte de man is met wie Els kort voor haar dood fysiek contact heeft gehad. Na aanvullend onderzoek door The Maastricht Forensisch Institute (TMFI) is het DNA van verdachte ook aangetroffen in bemonsteringen van de nagels van de linkerhand van Els. Verdachte heeft voor het aanwezig zijn van zijn DNA onder de nagels van beide handen geen aannemelijke verklaring gegeven. Uit onderzoek kan aangenomen worden dat Els haar lenzen al had uitgedaan en dat zij daaraan voorafgaand haar handen heeft gewassen. Het DNA moet dus kort voor haar overlijden onder haar nagels zijn gekomen. De luide woordenwisseling, die door buren is waargenomen, toont wat het OM betreft aan dat er een fysiek treffen is geweest tussen Els en verdachte, waarbij verdachte Els heeft gestoken met een scherp voorwerp, ten gevolge waarvan zij is overleden. Het OM gaat ervan uit dat verdachte mogelijk is overlopen door Els.
Overtuiging
Naast wettig bewijs is de officier ook overtuigd dat verdachte schuldig is aan de dood van Els. Zo heeft hij zich vaker schuldig gemaakt aan het plegen van geweld. 'Verdachte heeft zich in 1996 en 1997 schuldig gemaakt aan een poging doodslag door een slachtoffer met een mes in de nek te steken en aan een overval op een snackbar waarbij hij een vuurwapen bij zich had. De relatie met zijn toenmalige partner, die duurde van 1995 tot 1999, kenmerkte zich ook door agressie en geweld van de zijde van verdachte. En het via de achtertuin benaderen van een woning is niet bij die ene keer bij Els Slurink gebleven, zo laat een mutatie in de systemen van politie zien.' De officier concludeert dat meerdere specifieke omstandigheden rondom de gewelddadige dood van Els Slurink niet alleen in maart 1997, maar op meer momenten worden teruggezien bij verdachte. 'Dit alles draagt extra bij aan de overtuiging dat verdachte degene is die Els om het leven heeft gebracht', aldus de officier.
Proceshouding
Ondanks het zeer sterke, belastende bewijs, te weten een DNA-daderspoor, blijft verdachte bij zijn ontkenning en zijn verklaring dat hij niet weet hoe zijn DNA onder de nagels van Els terecht is gekomen. “Verdachte weigert verantwoordelijkheid te nemen voor de dood van Els. Bijna 25 jaar leven de zus en broers van Els en hun partners in onwetendheid over wat er is gebeurd in aanloop naar de dood van hun jongste zus. Zij hoopten meer te weten te komen. Op veel van hun vragen kan alleen de dader het antwoord geven. Maar de verdachte blijft ontkennen. Dit dient in strafverzwarende zin mee te wegen bij het bepalen van de strafeis”.
Het OM acht doodslag wettig en overtuigend te bewijs en eist een gevangenisstraf voor de duur van tien jaren.