Geen sprake van ‘verwijtbare onvoorzichtigheid’
De rechtbank Overijssel oordeelt dat er geen sprake is van ‘verwijtbare onvoorzichtigheid’ toen hij met de maaier, bevestigd aan een soort kleine tractor, achteruit reed. 'De man had even daarvoor geclaxonneerd en met gebaren spelende kinderen weggestuurd. Voordat hij achteruit reed keek de man over zijn schouder, maar zag het meisje over het hoofd', aldus de rechtbank.
Drie klassen op grasveld
De toen 19-jarige man maaide als stagiair op 12 september 2018 in opdracht van de gemeente Kampen een groot grasveld in de buurt van een basisschool. Het grasveld was vrij toen hij begon met maaien, maar op een gegeven moment kwamen er drie klassen met ongeveer 58 kinderen uit de school om pauze te houden. De kinderen stonden onder toezicht van drie leerkrachten en verspreidden zich over het grasveld.
Goed opletten
De rechtbank oordeelt dat er geen sprake is van verwijtbare onvoorzichtigheid. De man wist dat hij goed moest opletten toen er spelende kinderen in de buurt kwamen. Hij claxonneerde en stuurde kinderen met gebaren weg.
Met de kennis van nu
Met de kennis van nu had het ongeluk waarschijnlijk voorkomen kunnen worden. Maar wat de man volgens de officier van justitie toen had moeten doen, zoals uitstappen, het waarschuwen van de leerkrachten of het tellen en het voortdurend in het oog houden van alle kinderen, was toen niet gebruikelijk. Er waren geen geschreven of ongeschreven regels voor het maaien in de buurt van kinderen. Ook was de man daar in zijn opleiding niets over verteld. Het is daarom niet redelijk om dit van een gemiddelde grasmaaierbestuurder te verwachten.
Spiegels
Wel had de man in zijn spiegels moeten blijven kijken toen hij achteruit reed, zo oordeelt de rechtbank. Maar ook dan kan niet met zekerheid gezegd worden dat het ongeluk voorkomen had kunnen worden. De grasmaaier heeft namelijk een grote dode hoek. Verder is het onduidelijk gebleven waar het meisje zich bevond ten opzichte van de grasmaaier.