Nederland gaat over op duurzame energie. Dat is afgesproken in het Klimaatakkoord en noodzakelijk om de CO2-uitstoot te beperken en verdergaande verandering van het klimaat te voorkomen. Om te zorgen dat onze energie de komende decennia op een verantwoorde en schone manier wordt opgewekt, moet in 2030 70% van de geschatte binnenlandse elektriciteitsvraag (84 TWh) worden opgewekt uit duurzame bronnen.
Om dit doel te bereiken zet het kabinet voornamelijk in op de bouw van grootschalige windparken op de Noordzee. In 2030 produceren de windparken op zee 60% van alle duurzaam opgewekte elektriciteit in Nederland (49 TWh) en ruim vier keer zoveel als nu het geval is. Provincies, gemeenten, waterschappen en het Rijk hebben er in 2019 gezamenlijk voor gekozen om de resterende opgave (35 TWh) op land in te vullen door Nederland op te delen in 30 energieregio’s en iedere regio zijn eigen Regionale Energiestrategie (RES) te laten maken. De RES’en moeten op uiterlijk 1 juli worden vastgesteld en samen met al geplande projecten optellen tot minimaal 35 TWh duurzame elektriciteitsopwekking op land in 2030.