Minister Blok: “Geen enkele journalist zou bang hoeven te zijn voor intimidatie, geweld of vervolging. Journalisten zijn de zuurstof van een vrije, inclusieve en diverse samenlevingen.”
7 miljoen
Als concrete uitwerking van de Ronde tafel met ministers trekt Nederland 7 miljoen euro uit om de persvrijheid en veiligheid van journalisten wereldwijd te bevorderen. Het ministerie van Buitenlandse Zaken doet dit in samenwerking met UNESCO en de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de Verenigde Naties. Hierbij zal speciale aandacht zijn voor de positie van vrouwelijke journalisten, toegang tot informatie en het beëindigen van straffeloosheid van misdaden tegen journalisten.
Tijdelijke schuilplekken
Het Shelter City programma wordt uitgebreid. Zestien Nederlandse steden bieden tijdelijke schuilplekken aan buitenlandse mensenrechtenverdedigers waar ze op adem kunnen komen en trainingen krijgen, bijvoorbeeld op gebied van veiligheid of lobby. Den Haag biedt de komende vijf jaar twee extra plekken per jaar voor journalisten die persoonlijk bedreigd worden. Het programma wordt uitgevoerd door Justice and Peace Nederland en gefinancierd door het ministerie van Buitenlandse Zaken.
Politietraining
In 2021 gaat UNESCO driedaagse trainingen geven aan politieagenten en ander veiligheidspersoneel over de bescherming van journalisten tijdens protestbijeenkomsten en vrijheid van meningsuiting. Nederland financiert de trainingen. Eerder trainde UNESCO al 3.400 veiligheidstroepen in meer dan 17 landen.
Juridisch forum
Nederland introduceert dit jaar ook een forum voor rechters, aanklagers, advocaten juridische experts en instituties, dat jaarlijks zal terugkeren tijdens de WPFC. Doel is het uitwisselen van praktijkervaringen bij de bescherming van vrijheid van meningsuiting en de veiligheid van journalisten. Dit Forum of Legal Actors is een gezamenlijk initiatief met UNESCO, Free Press Unlimited en het Asser Institute for Public International Law. In 2021 en 2022 verzorgt het Asser Instituut trainingen aan rechters en aanklagers, gefinancierd door het ministerie van Buitenlandse Zaken.