Overwegingen rechtbank
Mede dankzij oplettende buurtbewoners is de schade relatief beperkt gebleven en is geen brand uitgebroken. Dit neemt niet weg dat verdachte, bij herhaling, een gevaarlijke situatie heeft veroorzaakt. Ook heeft verdachte gevoelens van angst, onveiligheid en onrust veroorzaakt in haar voormalige woonomgeving. Die gevoelens zijn versterkt door een aantal vergelijkbare incidenten met vuur die in de nabije omgeving plaatsvonden in de periode waarin verdachte de feiten heeft gepleegd. De rechtbank heeft vastgesteld dat verdachte onder meer kampt met een verstandelijke beperking en een stoornis in het gebruik van een alcohol, hetgeen van invloed is geweest op haar denken en handelen. Verdachte bleek niet goed in staat haar emoties en impulsen te controleren. Het in de coronatijd wegvallen van beschermende factoren in de vorm van begeleiding, dagbesteding en een steunend netwerk in combinatie met de stoornissen en kwetsbaarheden van verdachte hebben sterk bijgedragen aan het plegen van de feiten. Verdachte voelde zich eenzaam en wanhopig, dronk veel alcohol en slaagde er niet in om adequaat hulp te vragen voor haar problemen. De rechtbank acht verdachte daarom verminderd toerekeningsvatbaar.
Strafmaat
De rechtbank heeft aan verdachte een deels voorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd, omdat zij vooral gebaat is bij passende hulp en begeleiding. Inmiddels is verdachte opgenomen in een FPA waar haar behandeling is aangevangen. Verdachte is in deze setting op haar plek en profiteert van de structuur en begeleiding die haar geboden wordt. De rechtbank acht het van belang dat verdachte de behandeling voortzet. Verder zijn aan verdachte onder meer een meldplicht en middelencontroles opgelegd.