Vanaf 2016 dalen de opbrengsten uit hondenbelasting. In 2015 begrootten gemeenten nog 65 miljoen euro, in 2020 is dit gedaald naar 51 miljoen euro.
Van alle gemeenten begroot Den Haag dit jaar de hoogste opbrengst, ruim 2 miljoen euro. Het veel kleinere Vlieland haalt met 15 duizend euro naar verwachting het laagste bedrag op van de gemeenten die hondenbelasting innen. In Den Haag betaalt een hondeneigenaar in 2020 voor één hond 124,08 euro per jaar, op Vlieland 78,26 euro. Hondenbelasting is voor de gemeenten een bescheiden inkomstenbron. Slechts een half procent van alle heffingsopbrengsten komt uit de hondenbelasting.
Steeds meer gemeenten schaffen hondenbelasting af
Steeds meer gemeenten schrappen de hondenbelasting. In 2010 werd nog in 308 van de 431 gemeenten hondenbelasting geheven, in 2020 in 193 van de 355 gemeenten. Het percentage gemeenten die hondenbelasting heffen, is hiermee gedaald van 71 naar 54.
Vaker hondenbelasting in stedelijke gebieden
Hoewel de twee grootste steden, Amsterdam en Rotterdam, geen hondenbelasting meer heffen, komt hondenbelasting het meest voor in stedelijke gebieden. Zeven van de tien gemeenten met een zeer sterk stedelijk karakter heffen hondenbelasting. In niet-stedelijke gebieden daarentegen heft een op de drie gemeenten belasting op honden.