Vooral de nieuwbouw van woningen en infraprojecten worden zwaar getroffen. Door bronmaatregelen kan de vergunningverlening volgend jaar weer flink op stoom komen. Vanaf 2022 kan de bouw weer een sterke groei tegemoet zien. Niet alleen komen de vertraagde woningbouw- en infraprojecten weer op gang, ook extra investeringen in duurzaamheid leveren hierin een belangrijke bijdrage. Dit concludeert het EIB in de zojuist verschenen studie ‘Verwachtingen bouwproductie en werkgelegenheid 2020’, zoschrijft het instituut op de website.
Robuuste groei in 2019
De groei was in het afgelopen jaar bijzonder krachtig bij de utiliteitsbouw. De totale productie nam hier met 7½% toe, waarbij de nieuwbouw de katalysator was. De nieuwbouw heeft in 2019 een groei gerealiseerd die ruim in de dubbele cijfers is beland, nadat in 2018 ook al een zeer krachtige groei had plaatsgevonden. De groei bij de woningbouw en bij de infrasector vertoonde een veel gematigder beeld. De productiegroei lag voor beide sectoren rond de 2% en dit groeibeeld is ook terug te zien bij de nieuwbouw van woningen en de investeringen in infrastructuur.
De werkgelegenheid steeg met 3½% naar een niveau van 463.000 arbeidsjaren. Voor het derde jaar op rij slaagde de bouw er in om de arbeidscapaciteit fors uit te breiden. Bij de werknemers nam het arbeidsvolume toe met 10.000 arbeidsjaren. Bij zelfstandigen was de groei met 5.000 arbeidsjaren relatief iets sterker dan bij werknemers.
Groei bouwsector valt stil in komende twee jaar
In 2020 en 2021 komt de groei van de bouwsector stil te vallen. De vergunningverlening bij de nieuwbouw van woningen liep in de eerste maanden van 2019 al duidelijk terug en zetten in de tweede helft van het jaar versterkt door als gevolg van de stikstofcrisis. Ook een deel van de infrastructuurprojecten liepen door stikstof en PFAS vertragingen op. Een belangrijk gevolg hiervan is dat dit jaar de bouwproductie licht kan krimpen en in 2021 wordt de groei naar verwachting niet hervat. De woningbouw en de infrastructuur worden het zwaarst getroffen op de korte termijn. De nieuwbouwproductie van woningen daalt in beide jaren met zo’n 5% per jaar. De productie in de gww-sector daalt dit jaar eveneens, waarbij de nieuwbouw- en renovatieproductie ruim 5% daalt. De infrasector heeft het meest te lijden van de problemen rond stikstof en PFAS, maar intensiveringen door het Rijk kunnen voorkomen dat de productie niet nog zwaarder terugvalt. De utiliteitsbouwproductie ontwikkelt zich relatief gunstig binnen dit beeld, maar ook hier leidt dat tot niet meer dan een stabilisatie. De nieuwbouw staat licht onder druk, terwijl renovatie en onderhoud tegenwicht bieden.
Na jaren van hoge werkgelegenheidsgroei slaat ook het beeld op de bouwarbeidsmarkt dit jaar om. De werkgelegenheid daalt naar verwachting geleidelijk in de loop van het jaar en komt gemiddeld dit jaar nog net uit boven die van 2019. In 2021 daalt de werkgelegenheid met 1½%. Over beide jaren gemeten neemt het arbeidsvolume met 5.000 arbeidsjaren af. De krapte op de arbeidsmarkt neemt hiermee af en de instroom vanuit de opleidingen is de komende twee jaar voldoende om de vraag op te vangen. Van grote werkloosheid zal geen sprake zijn.