Daling
'Het niveau stond in het vorige dreigingsbeeld nog op niveau 4. Sinds eind 2017 is de dreiging tegen Nederland veranderd. Nog steeds worden er in het Westen sporadisch jihadistische aanslagen gepleegd, maar de situatie is onvergelijkbaar met de periode 2015-2017, toen jaarlijks tientallen aanslagen in Europa werden gepleegd', aldus de NCTV. Dat deze verandering zich lijkt te bestendigen, is reden het dreigingsniveau aan te passen. Dat staat in het 51ste Dreigingsbeeld van de NCTV.
Voorstelbaar
Dreigingsniveau 3 betekent dat een aanslag in Nederland nog steeds voorstelbaar is. Er bestaat in Nederland een jihadistische beweging waarbinnen zich personen bevinden die een terroristische dreiging vormen. Zo bleek ook uit de aanhouding op 25 november van twee mannen uit Zoetermeer, die worden verdacht van het voorbereiden van een terroristische aanslag. Wel lijkt de jihadistische beweging steeds meer last te krijgen van repressieve overheidsmaatregelen.
Verder is het voorstelbaar dat Nederland een doelwit is van een in het buitenland voorbereide aanslag door ISIS of al Qa’ida. Het is dus belangrijk dat de veiligheidsdiensten onverminderd alert zijn op terroristische dreigingen.
Context dreigingsniveau
In maart 2013 ging het dreigingsniveau van niveau 2 naar 3, op een schaal van 4. Dit was ten tijde van de burgeroorlog in Syrië, die leidde tot de opkomst van ISIS en een enorme groei van het aantal jihadistische uitreizigers uit heel Europa. Daarop volgde een periode van veel aanslagen in en tegen het Westen, waaronder de grote aanslagen in Parijs (november 2015) en Brussel (maart 2016).
Meer nuance
Om meer nuance aan te brengen in het systeem van dreigingsniveaus is in juli 2016 een trede toegevoegd aan het stelsel. Sindsdien is het niveau vastgesteld op 4 van de 5. Met uitzondering van 18 maart 2019, na de tramaanslag in Utrecht is in die provincie enkele uren niveau 5 van kracht geweest. Het veranderde dreigingsbeeld is reden om het niveau nu vast te stellen op 3, aanzienlijk.
Rechts-terrorisme
Hoewel de grootste dreiging tegen Nederland komt uit de jihadistische hoek, is ook een rechts-terroristische aanslag niet ondenkbaar. Rechts-extremistische groepen zijn nauwelijks georganiseerd, maar het is mogelijk dat een eenling radicaliseert en tot een rechts-extremistisch geïnspireerde geweldsdaad overgaat. Copy-cat gedrag is een risico: de aanslag in Christchurch (maart 2019) inspireerde anderen tot aanslagen, zoals die in El Paso. Een kanttekening hierbij is dat rechts-terroristisch geweld in andere landen zich niet automatisch vertaalt in aanslagen in Nederland.
Extremisme en polarisatie
Een nieuwe ontwikkeling is dat sommige links-extremistische actiegroepen, die zich voorheen richtten op andere thema’s, nu aansluiting zoeken bij de strategie van klimaatactiegroepen. Dit leidt vooral tot activistische verzet van mensen die zeggen geen geweld te willen gebruiken, maar wel bereid zijn om de wet te overtreden.
Discussie Zwarte Piet
In het Dreigingsbeeld worden ook verschillende ontwikkelingen gesignaleerd die leidden tot polarisatie in de samenleving. Zo verwacht de NCTV dat de discussie over het uiterlijk van Zwarte Piet de komende jaren niet minder wordt. Rond het ‘Boerkaverbod’ liepen de emoties vooral online op. Een derde voorbeeld is dat bij enkele grootschalige demonstraties anti-overheidssentimenten een grote rol spelen.