Op 6 april kwam ’s middags een melding binnen dat er in een woning aan de Honigkamp een conflict zou zijn waar mogelijk een man dreigde met een mes. De bedreiging bleek van een dusdanige aard dat de agenten zich genoodzaakt voelden om hun vuurwapens te trekken. De agenten betraden vervolgens de woning en riepen de man meermalen aan.
Uit het onderzoek van de rijksrecherche is gebleken dat, ondanks het herhaald aanroepen en de op hem gerichte vuurwapens, de man agressief op de agenten kwam aflopen. Hij bleef dat doen terwijl de agenten achteruit de woning probeerde te verlaten. De man bedreigde hen daarbij ook woordelijk op een zodanige manier dat één van de agenten zich genoodzaakt voelde om een waarschuwingsschot te lossen. Omdat de man ook buiten de woning op de agenten bleef afkomen, heeft de andere agent de man in de tuin van de woning in zijn been geschoten. De man is daarop aangehouden en onder politiebegeleiding overgebracht naar het ziekenhuis.
De officier van justitie is van oordeel dat het eerste schot, het waarschuwingsschot, rechtmatig is afgevuurd. De agent die verantwoordelijk is voor het tweede schot, gericht op het onderlichaam van de man, kan zich volgens de officier beroepen op noodweer. Er is volgens de officier sprake van rechtmatige geweldsaanwending door hem als politieambtenaar.
Er wordt daarom geen strafvervolging tegen de agenten ingesteld. Het slachtoffer en de betrokken agenten zijn inmiddels van de beslissing van het OM op de hoogte gesteld. Het strafrechtelijk onderzoek tegen de man vanwege de bedreigingen loopt nog.