Henk Don, bestuurslid ACM: ‘De ACM vindt het belangrijk dat in een situatie van toenemende schaarste de beschikbare capaciteit eerlijk wordt verdeeld. Daarom zien we erop toe dat spoorbedrijven op basis van transparante en niet discriminerende voorwaarden gebruik kunnen maken van het spoor.’
Personenvervoer
Het aantal treinkilometers in het personenvervoer steeg in 2017 met 1,4%. De verwachting is dat de groei in het personenvervoer de komende jaren zal doorzetten. Tussen 2017 en 2023 wordt een groei verwacht van reizigerskilometers per trein met in totaal ongeveer 14%. Hierdoor neemt de druk op de beschikbare spoorcapaciteit verder toe.
In 2017 steeg het internationale personenvervoer van of naar Nederland met bijna 19% van 4,2 miljoen naar bijna 5 miljoen treinkilometers. Ook de komende jaren wordt een stijging verwacht, onder meer door nieuwe internationale verbindingen tussen Hengelo en Bielefeld, Arnhem en Düsseldorf en de Eurostar tussen Amsterdam en Londen.
Goederenvervoer
In 2017 stagneerde de groei van het internationaal spoorgoederenvervoer, maar voor de komende jaren wordt weer groei voorzien. Goederenvervoerders maken zich zorgen over hun concurrentiepositie, als gevolg van hogere kosten. Die zorgen zijn gericht op de gebruiksvergoeding die ze aan ProRail betalen en op de toegang tot diensten en voorzieningen op het spoor. Daardoor is het spoorgoederenvervoer minder concurrerend ten opzichte van wegvervoer of de binnenvaart. Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat publiceerde recent het maatregelenpakket spoorgoederenvervoer. Daarin is aangekondigd dat de goederenvervoerders in de periode van 2019 tot 2023 subsidie zullen krijgen om de tarieven van de gebruiksvergoeding in de pas te laten lopen met de buurlanden.
Nieuwe concurrentievraagstukken
De Europese Commissie wil de concurrentiekracht van de Europese spoorwegsector vergroten en heeft daarom nieuwe wetgeving geïntroduceerd. Voor Nederland betekent dit dat iedere spoorvervoerder vanaf 2021 op regionale lijnen spoorvervoer mag aanbieden. Dat rijdt dan naast het spoorvervoer dat in de regio onder een concessie wordt aangeboden. De ACM krijgt daarbij de taak om de economische effecten van een nieuwe spoordienst op die concessie te beoordelen. Op basis hiervan kan de ACM maatregelen voorstellen. In het uiterste geval kan de toegang worden geweigerd.
Op het hoofdrailnet heeft de NS tot 2025 nog een exclusieve concessie. Hoe de spoormarkt er daarna uit zou moeten zien binnen de nieuwe Europese kaders, bepaalt het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat in 2020. Ter voorbereiding op deze politieke besluitvorming heeft de staatssecretaris opdracht gegeven om een aantal onderzoeken uit te voeren. De ACM adviseert binnenkort of aanvullende beheersmaatregelen nodig zijn voor het creëren van een gelijk speelveld bij regionale aanbesteding.