De experimenten vinden plaats tijdens de gecombineerde provinciale staten- en waterschapsverkiezingen van 20 maart aanstaande. In de 76 experimenteergemeenten tellen de leden van de stembureaus op 20 maart na het sluiten van de stembussen om 21 uur de stembiljetten voor beide verkiezingen alleen op partijniveau. Op basis daarvan kan op de avond van de stemming voor elke gemeente een voorlopige uitslag worden bepaald. De stembureaus tellen dus niet hoeveel stemmen op de afzonderlijke kandidaten zijn uitgebracht. Dat gebeurt de volgende dag, donderdag 21 maart, op een centrale locatie, door uitgeruste tellers. Deze tellers werken onder verantwoordelijkheid van een gemeentelijk stembureau.
Doel van de experimenten is het telproces betrouwbaarder en transparanter maken. Bij eerdere verkiezingen is hier al succesvol mee geëxperimenteerd. De experimenten vinden plaats op grond van de Tijdelijke experimentenwet stembiljetten en centrale stemopneming uit 2013. Minister Ollongren werkt aan een wetswijziging die centraal tellen in de Kieswet regelt.
De 76 gemeenten die op vrijwillige basis meedoen aan het experiment zijn: Aalten, Altena, Assen, Asten, Beekdaelen, Bergen op Zoom, Bernheze, Blaricum, Bloemendaal, Borger-Odoorn, Borne, Breda, Cuijk, Dantumadiel, Den Haag, Deventer, Dinkelland, Eemnes, Elburg, Enschede, Grave, Groningen, Gulpen-Wittem, Harderwijk, Hardinxveld-Giessendam, Harlingen, Heemstede, Heerlen, Hof van Twente, Houten, Kampen, Kapelle, Landgraaf, Langedijk, Landsmeer, Lansingerland, Laren, Leeuwarden, Lopik, Losser, Maastricht, Mill en St. Hubert, Nieuwegein, Nieuwkoop, Nijkerk, Noardeast-Fryslân, Olst-Wijhe, Oost-Gelre, Opsterland, Ouder-Amstel, Peel en Maas, Pekela, Putten, Raalte, Rhenen, Rotterdam, Schagen, Sint Anthonis, Stein, Stichtse Vecht, Tubbergen, Twenterand, Tynaarlo, Uithoorn, Veendam, Veenendaal, Velsen, Venray, Waadhoeke, Waalre, Westerkwartier, Westland, Wijdemeren, Zaanstad, Zoetermeer en Zwolle.